“We praten alleen maar over theorieën van witte mannen, hoe kun je dan zeggen dat gender er niet toe doet?”
“We praten alleen maar over theorieën van witte mannen, hoe kun je dan zeggen dat gender er niet toe doet?”
Bovenstaande opmerking van een student tijdens een van mijn filosofiecolleges is een voorbeeld van hoe woke zich manifesteert in de collegezaal vandaag de dag. Bij woke studenten gaat mondigheid niet zelden over in een aanvallende beschuldiging. Waar mondige studenten vragen over het college stellen, stellen woke studenten de inhoud van het college, de college‐ stof, ter discussie en beschuldigen zij de docent van blindheid voor het in stand houden van het onderdrukkende paradigma van de dode witte mannen canon. Het overgrote deel van mijn studenten is gewoon mondig. Het is een klein percentage woke studenten dat desalniettemin de toon zet bij colleges en waarvan de opmerkingen in de evaluaties eruit springen en het management doen opveren want grote woorden worden door de woke studenten niet geschuwd. Zo komen in de studentevaluaties beschuldigingen voor van racisme, kolonialisme, seksisme, eurocentrisme en arrogantie. Met dank aan de woke studenten.
Witte personen
Toen ik tijdens een college opmerkte dat het irrelevant is voor de door mij te berde gebrachte argumentaties dat ik een heteroseksuele witte man ben (want daar werd ik van beschuldigd: een witte man te zijn), werd mij voor de voeten geworpen: We praten alleen maar over theorieën van witte mannen, hoe kun je dan zeggen dat gen‐ der er niet toe doet? Deze woke opmerking bestaat uit twee delen: a) We praten alleen maar over theorieën van witte mannen en b) hoe kun je dan zeggen dat gender er niet toe doet? Opmerking A is grotendeels correct: tijdens college behandel ik grotendeels witte mannen. Er komen overigens wel degelijke (witte) vrouwen ter sprake die ik voor de duidelijkheid bij dezen opsom: Simone de Beauvoir, Olympe de Gouges, Mary Wollstonecraft, Ayn Rand, Martha Nussbaum, Naomi Oreskes, Vindana Shiva, Carol Gilligan, Carol Adams, Hannah Arendt, Kate Raworth, Melanie Joy en Greta Thunberg. Opmerking B volgt echter niet noodzakelijk uit premisse A: het is niet zo dat ik de relevante theorieën van vrouwen negeer ten faveure van (witte) mannen. De reden waarom er disproportioneel veel witte mannen op het curriculum staan is dat veel meer mannen filosofie beoefenden dan vrouwen. De reden daarvoor is dat vrouwen structureel werden buitengesloten en slechts bij hoge uitzondering toegang hadden tot de filosofie. Ook vandaag de dag zijn er nog steeds veel meer mannen die filosofie hebben gestudeerd en zich met filosofie bezig houden, dan vrouwen. Een logische consequentie is dat in een overzicht van filosofische theorieën (witte) mannen domineren en dat dat in een historisch overzicht zo zal blijven. In de contemporaine filosofie zijn er al veel meer (prominente) vrouwelijke filosofen. Hetzelfde geldt ook voor het ontbreken van bipoc (woke afkorting voor: black, indigenous, people of color) omdat die ondervertegenwoordigd waren en voor een groot deel nog zijn in de filosofische traditie.
Machtsstructuren



Relativisme
Misschien is het nodig om naar theorieën te kijken die afkomstig zijn van een diverse set van mensen, zodat de kennis van iedereen aan bod komt en dat we niet worden beperkt door één bepaald perspectief of wereldbeeld.
Wat hout snijdt
Ik denk dat we ook moeten leren over Karl Popper cum suis, maar er zijn natuurlijk ook interessante theorieën van vrouwen. Laten we deze actief opnemen in het cur‐ susmateriaal en maak zo van ons een generatie studenten die ook vrouwelijke filosofen kan noemen.
Zoals ik al opmerkte noem ik wel degelijk vrouwelijke filosofen, maar in een overzichtscollege zal dat een minderheid blijven (om bovengenoemde redenen). Er zijn veel invloedrijke hedendaagse vrouwelijke filosofen (ik noem ter illustratie Susan Neiman, Susan Haack, Christi‐ ne Korsgaard, Nel Noddings en Susan Jacoby) en ik hoop dat mijn cursus studenten ertoe aanzet om zich meer in filosofie te verdiepen en zelf op zoek te gaan naar filosofen die hen inspireren. De vraag is: ben je op zoek naar een rolmodel of ben je op zoek naar een (voor jou) interessante filosoof? Het is goed om rolmodellen te hebben (en daar actief naar te speuren), maar rolmodel zijn en filosofische relevantie hoeven niet altijd gelijk op te gaan. Ik denk dat het niet de rol van een docent is om te speuren naar relevante rolmodellen (al kun je als docent best wel eens wat vrouwelijke of bipoc rolmodellen noemen).
Toch is het cruciaal om te beseffen dat het in wetenschap en filosofie niet gaat om wie het zegt, maar om of een bewering hout snijdt. Je zou een lijst met citaten
kunnen maken zonder de auteurs te vermelden en dan studenten kunnen laten beoordelen welke zij interessant of boeiend vinden. En dan kan het best zijn dat er citaten gekozen worden van auteurs die niet politiek correct zijn volgens de woke ideologie. Neem het volgende citaat: We kunnen geen vrijheid geven aan degenen die er misbruik van willen maken om ons te vermoorden. Je zou wellicht denken dat dit afkomstig is van een liberaal als Karl Popper uit diens The Open Society and its Enemies (1945) waarin hij stelt dat absolute vrijheid suïcidaal is: de vrijheid om geweld te plegen of te moorden moet worden ingeperkt, juist om de vrijheid van het individu te beschermen. Niks mis met het citaat dus. Het citaat is echter van de fascistische dictator Benito Mussolini. Wellicht bedoelde hij er iets anders mee, maar het citaat zoals het hier staat, is een prima liberaal statement. Ik wil hiermee aangeven dat a) mensen die je verafschuwt best eens iets zinnigs kunnen beweren en b) dat mensen die je bewondert best eens iets stoms kunnen zeggen. Uitspraken dienen op inhoud en niet (nooit, nimmer) op de persoon beoordeeld te worden. De woke ideologie draait dit echter om en kijkt alleen naar de persoonskenmerken: als die persoon uit een minderheid of achtergestelde groep afkomstig is heeft die persoon per definitie meer gelijk dan de witte mannen in het bolwerk van hun geïnstitutionaliseerde privileges.
Rationaliteit
Het probleem met de woke ideologie is niet dat er kritische vragen worden gesteld, maar hoe er wordt omgegaan met de antwoorden. Je kunt de beschuldigingen nog zo goed weerleggen en uitleggen hoe dingen in elkaar steken, er wordt dikwijls geen genoegen genomen met het antwoord. De woke ideologie heeft het primaat. De vragen zijn weliswaar interessant, maar wokisme lijkt alleen geïnteresseerd in de oplossing van gelijkheidsuitkomsten. Maar een ideologische focus op de kenmerken van een persoon (gender, huidskleur, etniciteit) werkt ondermijnend voor de essentie van wetenschap. Discussiëren met mensen die verblind zijn door een ideologie, is helaas weinig constructief, zoals iedereen weet die wel eens met een ideologisch verdwaasde wappie heeft gediscussieerd. Beter is het om je niet door een dubieuze ideologie te laten verblinden. Kritisch denken waarbij rationaliteit de boventoon voert, is daarbij essentieel. En juist die rationaliteit is in de woke ideologie problematisch afwezig.
Artikel uit De Vrijdenker van maart 2022