De Vrije Gedachte
De Vrije Gedachte
Atheïstisch-Humanistische Vereniging

Woke in de collegezaal | Floris van den Berg 

24.03.22 11:05 AM Door De Vrije Gedachte

“We praten alleen maar over theorieën van witte mannen, hoe kun je dan zeggen dat gender er niet toe doet?” 

Bovenstaande opmerking van een student tijdens een van mijn filosofiecolleges is een voorbeeld van hoe woke zich manifesteert in de collegezaal vandaag de dag. Bij woke studenten gaat mondigheid niet zelden over in een aanvallende beschuldiging. Waar mondige studenten vragen over het college stellen, stellen woke studenten de inhoud van het college, de college‐ stof, ter discussie en beschuldigen zij de docent van blindheid voor het in stand houden van het onderdrukkende paradigma van de dode witte mannen canon. Het overgrote deel van mijn studenten is gewoon mondig. Het is een klein percentage woke studenten dat desalniettemin de toon zet bij colleges en waarvan de opmerkingen in de evaluaties eruit springen en het management doen opveren want grote woorden worden door de woke studenten niet geschuwd. Zo komen in de studentevaluaties beschuldigingen voor van racisme, kolonialisme, seksisme, eurocentrisme en arrogantie. Met dank aan de woke studenten.

Woke op de universiteit komt van twee kanten, aan de ene kant de kleine groep uitgesproken woke studenten, aan de andere kant het management van de universiteit dat het woke werk grotendeels heeft uitbesteed aan zogenaamde diversity officers die het woke programma over de universiteit uitrollen op alerlei manieren, zoals diversity & inclusion trainingen, het overal ophangen van regenboogvlaggen, tot het hulp bieden bij het de-kolonialiseren van het curriculum. Ik beperk mij hier tot het geven van repliek op (beschuldigende) vragen en opmerkingen die ik mocht ontvangen tijdens mijn colleges ethiek en wetenschapsfilosofie.


Witte personen

Toen ik tijdens een college opmerkte dat het irrelevant is voor de door mij te berde gebrachte argumentaties dat ik een heteroseksuele witte man ben (want daar werd ik van beschuldigd: een witte man te zijn), werd mij voor de voeten geworpen: We praten alleen maar over theorieën van witte mannen, hoe kun je dan zeggen dat gen‐ der er niet toe doet? Deze woke opmerking bestaat uit twee delen: a) We praten alleen maar over theorieën van witte mannen en b) hoe kun je dan zeggen dat gender er niet toe doet? Opmerking A is grotendeels correct: tijdens college behandel ik grotendeels witte mannen. Er komen overigens wel degelijke (witte) vrouwen ter sprake die ik voor de duidelijkheid bij dezen opsom: Simone de Beauvoir, Olympe de Gouges, Mary Wollstonecraft, Ayn Rand, Martha Nussbaum, Naomi Oreskes, Vindana Shiva, Carol Gilligan, Carol Adams, Hannah Arendt, Kate Raworth, Melanie Joy en Greta Thunberg. Opmerking B volgt echter niet noodzakelijk uit premisse A: het is niet zo dat ik de relevante theorieën van vrouwen negeer ten faveure van (witte) mannen. De reden waarom er disproportioneel veel witte mannen op het curriculum staan is dat veel meer mannen filosofie beoefenden dan vrouwen. De reden daarvoor is dat vrouwen structureel werden buitengesloten en slechts bij hoge uitzondering toegang hadden tot de filosofie. Ook vandaag de dag zijn er nog steeds veel meer mannen die filosofie hebben gestudeerd en zich met filosofie bezig houden, dan vrouwen. Een logische consequentie is dat in een overzicht van filosofische theorieën (witte) mannen domineren en dat dat in een historisch overzicht zo zal blijven. In de contemporaine filosofie zijn er al veel meer (prominente) vrouwelijke filosofen. Hetzelfde geldt ook voor het ontbreken van bipoc (woke afkorting voor: black, indigenous, people of color) omdat die ondervertegenwoordigd waren en voor een groot deel nog zijn in de filosofische traditie.


Machtsstructuren

Om deugdelijk wetenschappelijk te zijn (omdat ware wetenschap gelijk is voor iedereen), moeten we actief vrouwen en gekleurde mensen erbij betrekken om de bestaande machtsstructuren, gedomineerd door witte mannen, te doorbreken.
Het is verhelderend om een onderscheid te maken tussen enerzijds wetenschapsbeoefening (context of discovery) en de inhoud van wetenschappelijke (of filosofische) kennisclaims anderzijds. Wanneer we kijken naar de ethiek van wetenschapsbeoefening dan is er historisch gezien in ieder geval veel op aan te merken, omdat allerlei groepen systematisch ervan werden buitengesloten, bijvoorbeeld door gebrek aan scholing. Vanuit sociaal liberaal perspectief (justice as fairness) is het rechtvaardig om de samenleving zo in te richten dat iedereen die de juiste talenten en het juiste doorzettingsvermogen bezit, de mogelijkheid heeft om deel te nemen aan wetenschapsbeoefening, ongeacht gender, huidskleur, sociale status et cetera. Wetenschapsbeoefening behoort puur meritocratisch te zijn. Veel van de formele uitsluitingsmechanismen zijn inmiddels uitgebannen, waar die er nog zijn dienen deze verder te worden weggenomen. Dat de inhoud van wetenschap en filosofie beter wordt door een hoger percentage vrouwen en bipoc is een claim die slechts in enkele gevallen opgaat. Het is inderdaad zo dat bij (medische) experimenten het witte mannenlichaam als standaard wordt genomen. Dit is (of was) een blinde vlek in de wetenschap die gecorrigeerd moet worden en het zou kunnen dat een hogere graad van diversiteit (meer vrouwen, meer bipoc) hieraan bijdraagt, maar dat is niet noodzakelijkwijze het geval. Er ontspon een discussie onder studenten waarop een student opmerkte: Zou het niet beter zijn om te kijken naar de beste theorieën, in plaats van te kijken naar wie ze heeft bedacht? De woke student riposteerde hierop met: Wie bepaalt wat de beste theorieën zijn? Dit impliceert dat het de bestaande machtsstructuren van witte mannen zijn die bepalen wat de beste theorieën zijn, niet omdat het de beste theorieën zijn in objectieve zin, maar om hun eigen machtspositie in stand te houden. Dit is een in woke kringen populaire opvatting in lijn met de filosofie van Michel Foucault die een cynische kennistheorie ontwikkelde, namelijk dat kennis alleen een middel is van een groep machthebbers om anderen eronder te houden en hun eigen privileges (het academisch pluche in de ivoren toren) te behouden. Dat is aparte manier om naar, ik noem maar wat, de theorie van de zwaartekracht te kijken, die immers is ontwikkeld door een reeks van witte mannen, met Isaac Newton als pionier. In de wetenschapsfilosofie wordt ervan uitgegaan dat theorieën op hun merites getest kunnen worden. Op de basis van een wetenschappelijke theorie kan men een experiment opzetten met een verwachte uitkomst en dan toetsen of de uitkomst overeenkomt met de verwachting. Dat idee van experimenten empirisch testen is misschien wel bedacht door witte mannen, maar het is daarmee nog geen theorie die alleen geldt voor witte mannen. Overigens doen mensen van alle kleuren en genders de hele geschiedenis al aan empirisch testen in de praktijk van het leven, zonder dat kleur of gender iets uitmaakt voor de testresultaten en wat men daarmee kan doen. Als een vliegtuig is gebouwd door mannen wil dat niet zeggen dat vrouwen er niet mee door het luchtruim verplaatst kunnen worden.

Patronen van uitsluiting
In een perfecte wereld is er machtsgelijkheid, maar de wereld is shit op heel veel manieren en we kunnen niet simpelweg pretenderen om geen gender en huidskleur te zien. Natuurlijk is het zo dat je opmerkt of iemand een man of vrouw (of iets daartussen) is, en natuurlijk zie je de huidskleur van een persoon, net zoals je ziet of die persoon een bril draagt, haar heeft of flaporen. Maar die uiterlijke kenmerken zijn irrelevant voor wetenschappelijke en filosofische kennisclaims. Omdat al lang bekend is dat er krachtige psychologische en sociologische neigingen zijn bij mensen om mensen die op jezelf lijken positiever te beoordelen en te bevoordelen, wordt in de wetenschap veel gebruik gemaakt van blinde peer reviews. Dat houdt in dat een redacteur het manuscript van een wetenschappelijk paper geanonimiseerd voorlegt aan meerdere relevante wetenschappelijke experts en om hun oordeel vraagt of het paper voldoet aan de wetenschappelijke vereisten om gepubliceerd te worden. Door een dergelijke anonieme procedure wordt het risico op discriminatie of voortrekken uitgesloten. Het is dus mogelijk om door middel van dergelijke procedures vooroordelen van mensen te omzeilen.

Voor de woke student is het nog steeds niet genoeg: We moeten actief maatregelen nemen tegen deze patronen van uitsluiting, hoe kunnen we anders de wereld veranderen en deze gelijk maken voor iedereen? Het is natuurlijk goed om erop te wijzen dat vergeleken met vroeger, in het Westen althans, de mogelijkheden voor vrouwen en minderheden om deel te namen aan wetenschapsbeoefening groter zijn dan ooit te voren. Woke activisten doen het voorkomen alsof we nog leven ten tijde van slavernij, kolonialisme of apartheid. De woke kritiek lijkt grotendeels in het verkeerde tijdsgewricht te zijn
geformuleerd, zoals wanneer mensen zich aanmelden bij het Verzet nadat de oorlog is afgelopen. Hoe kunnen we anders de wereld veranderen en deze gelijk maken voor iedereen? Uit deze frase komt de marxistische trek van het wokisme naar voren, vandaar dat tegenstanders spreken over cultuurmarxisme. In het marxisme/communisme gaat het niet zoals in een sociaal liberale democratie om gelijkheid van kansen (iedereen met het juiste talent zou moeten kunnen doorleren), maar om gelijke uitkomsten – al is er veel discussie wat die gelijke uitkomst zou moeten zijn, zoals: evenveel
mannen als vrouwen in elk beroep, een afspiegeling van genderdiversiteit in elk beroep of gelijke inkomsten voor iedereen. Toegepast op de wetenschap leidt dit tot de eis dat wetenschappers een representatieve afspiegeling van de samenleving moeten zijn, dus met een gelijk percentage bipoc, vrouwen en LGBTQAI+ mensen. En wellicht mensen met een religieuze achtergrond. Het onderscheid tussen kansengelijkheid en uitkomstengelijkheid lijkt klein, maar maakt een wereld van verschil. Om uitkomstengelijkheid te bewerkstelligen wordt de vrijheid van het individu beknot: het gaat immers niet om mensen als individu, maar om mensen die, omdat zij bepaalde kenmerken hebben, worden voorgetrokken om het ideaal van gelijke uitkomsten te verwezenlijken. In het uiterste geval kan gelijke uitkomstenpolitiek leiden tot het nivelleren van schoolprestaties als sommige mensen (die niet tot de juiste minderheid behoren) niet beter mogen presenteren dan gemiddeld. Het lager leggen van de lat is juist wat de gelijke kansenidee niet voorstaat: iedereen mag zich inschrijven voor een hardloopwedstrijd, maar niet iedereen kan tot de top tien behoren (dat kunnen er maar tien) en als blijkt dat dat tien zwarte mannen zijn, dan is dat maar zo.

Relativisme

Misschien is het nodig om naar theorieën te kijken die afkomstig zijn van een diverse set van mensen, zodat de kennis van iedereen aan bod komt en dat we niet worden beperkt door één bepaald perspectief of wereldbeeld.

Kenmerkend voor de woke ideologie is relativisme waarbij wordt gesteld dat er meerdere elkaar uitsluitende kennissystemen en wereldbeelden zijn die allemaal even waar zijn. Deze theorie is scherp geformuleerd door de dwarsdenker en wetenschapsfilosoof Paul Feyerabend die stelde dat voodoo en wetenschap twee incommensu‐ rabele (dat wil zeggen elkaar uitsluitende) wereldbeelden zijn. Voor een voodooaanhanger is voodoo waar en werkt het; voor wetenschappers is wetenschap de waar‐ heid. En, volgens Feyerabend, wereldbeelden kunnen niet met elkaar vergeleken worden omdat bij een vergelijking de criteria van het ene wereldbeeld aan het andere worden opgedrongen. Het heeft volgens Feyerabend geen zin en het geeft geen pas om voodoo langs de maatlat van wetenschappelijke methodiek te leggen omdat deze criteria alleen binnen het eigen paradigma (wereldbeeld) gelden.
Filosofen als Karl Popper en Bertrand Russell menen (zoals ook ieder ander weldenkend mens) dat er wel degelijk een objectieve waarheid is die door de ene theorie beter wordt verklaard dan door de andere. Vanuit antropologisch perspectief is het interessant om wereldbeelden van verschillende groepen mensen te bestuderen, maar de waarheidsclaim van die theorieën moet kritisch bevraagd worden, maar dat laten antropologen achterwege. Antropologen beschouwen het als irrelevant of waarheidsclaims van een bestudeerde groep waar zijn of niet. Net zoals zij er onverschillig tegenover staan of de morele opvattingen van een bepaalde stam nu wel of niet moreel zijn. Wie op zoek is naar manieren om betrouwbare kennis te vergaren verdoet zijn/haar tijd met het bestuderen van niet-wetenschappelijke wereldbeelden. Net zoals het tijdsverspilling is om je in theologie te verdiepen als je wilt weten hoe de wereld werkt. Theologie is, net als alle andere niet-wetenschappelijke wereldbeel‐ den, een culturele en traditionele en daardoor hardnekkige epistemologische dwaalweg.


Wat hout snijdt

Ik denk dat we ook moeten leren over Karl Popper cum suis, maar er zijn natuurlijk ook interessante theorieën van vrouwen. Laten we deze actief opnemen in het cur‐ susmateriaal en maak zo van ons een generatie studenten die ook vrouwelijke filosofen kan noemen.

Zoals ik al opmerkte noem ik wel degelijk vrouwelijke filosofen, maar in een overzichtscollege zal dat een minderheid blijven (om bovengenoemde redenen). Er zijn veel invloedrijke hedendaagse vrouwelijke filosofen (ik noem ter illustratie Susan Neiman, Susan Haack, Christi‐ ne Korsgaard, Nel Noddings en Susan Jacoby) en ik hoop dat mijn cursus studenten ertoe aanzet om zich meer in filosofie te verdiepen en zelf op zoek te gaan naar filosofen die hen inspireren. De vraag is: ben je op zoek naar een rolmodel of ben je op zoek naar een (voor jou) interessante filosoof? Het is goed om rolmodellen te hebben (en daar actief naar te speuren), maar rolmodel zijn en filosofische relevantie hoeven niet altijd gelijk op te gaan. Ik denk dat het niet de rol van een docent is om te speuren naar relevante rolmodellen (al kun je als docent best wel eens wat vrouwelijke of bipoc rolmodellen noemen).

Toch is het cruciaal om te beseffen dat het in wetenschap en filosofie niet gaat om wie het zegt, maar om of een bewering hout snijdt. Je zou een lijst met citaten

kunnen maken zonder de auteurs te vermelden en dan studenten kunnen laten beoordelen welke zij interessant of boeiend vinden. En dan kan het best zijn dat er citaten gekozen worden van auteurs die niet politiek correct zijn volgens de woke ideologie. Neem het volgende citaat: We kunnen geen vrijheid geven aan degenen die er misbruik van willen maken om ons te vermoorden. Je zou wellicht denken dat dit afkomstig is van een liberaal als Karl Popper uit diens The Open Society and its Enemies (1945) waarin hij stelt dat absolute vrijheid suïcidaal is: de vrijheid om geweld te plegen of te moorden moet worden ingeperkt, juist om de vrijheid van het individu te beschermen. Niks mis met het citaat dus. Het citaat is echter van de fascistische dictator Benito Mussolini. Wellicht bedoelde hij er iets anders mee, maar het citaat zoals het hier staat, is een prima liberaal statement. Ik wil hiermee aangeven dat a) mensen die je verafschuwt best eens iets zinnigs kunnen beweren en b) dat mensen die je bewondert best eens iets stoms kunnen zeggen. Uitspraken dienen op inhoud en niet (nooit, nimmer) op de persoon beoordeeld te worden. De woke ideologie draait dit echter om en kijkt alleen naar de persoonskenmerken: als die persoon uit een minderheid of achtergestelde groep afkomstig is heeft die persoon per definitie meer gelijk dan de witte mannen in het bolwerk van hun geïnstitutionaliseerde privileges.



Rationaliteit

Zijn er in de filosofie echt ‘sterke’ en ‘zwakke’ argumenten? Gaat het niet juist om het kijken naar gedachtes en ideeën van verschillende mensen?
Dit is relativisme pur sang. De essentie van filosofie is dat argumenten rationeel worden beoordeeld en dat filosofen elkaar bekritiseren met rationele argumenten en dat zo, langzaam maar zeker, betere argumenten en beter beargumenteerde standpunten boven komen drijven. De argumenten voor de theorie van de evolutie zijn objectief beter dan de argumenten voor creationisme. De argumenten voor vrouwenstemrecht zijn objectief beter dan de argumenten van diegenen die vrouwen rechten willen onthouden. De argumenten tegen het bestaan van een god zijn objectief en rationeel beter dan de argumenten van degenen die menen dat er wel een god is. De argumenten pro veganisme zijn objectief beter dan die voor het behoud van de bio-industrie.

Het probleem met de woke ideologie is niet dat er kritische vragen worden gesteld, maar hoe er wordt omgegaan met de antwoorden. Je kunt de beschuldigingen nog zo goed weerleggen en uitleggen hoe dingen in elkaar steken, er wordt dikwijls geen genoegen genomen met het antwoord. De woke ideologie heeft het primaat. De vragen zijn weliswaar interessant, maar wokisme lijkt alleen geïnteresseerd in de oplossing van gelijkheidsuitkomsten. Maar een ideologische focus op de kenmerken van een persoon (gender, huidskleur, etniciteit) werkt ondermijnend voor de essentie van wetenschap. Discussiëren met mensen die verblind zijn door een ideologie, is helaas weinig constructief, zoals iedereen weet die wel eens met een ideologisch verdwaasde wappie heeft gediscussieerd. Beter is het om je niet door een dubieuze ideologie te laten verblinden. Kritisch denken waarbij rationaliteit de boventoon voert, is daarbij essentieel. En juist die rationaliteit is in de woke ideologie problematisch afwezig. 


Artikel uit De Vrijdenker van maart 2022

De Vrije Gedachte