De Vrije Gedachte
De Vrije Gedachte
Atheïstisch-Humanistische Vereniging

Weerbare wetenschap als antwoord op woke ondermijning(1) Over opkomst van de cancel culture | Floris van den Berg

20.05.21 02:15 PM Door De Vrije Gedachte


Het is belangrijk om het recht van de mensen te verdedigen om er postmoderne ideeën op na te houden en die uit te dragen aan wie ze maar wil horen. Het is echter ook belangrijk om te verhinderen dat ze institutionele macht krijgen.

Helen Pluckrose & James Lindsay

 

Woke up call

Het was wel even schrikken toen ik er voor het eerst van beschuldigd werd om als witte man een onderdrukkend perspectief te hebben en dat uit te dragen tijdens colleges. Kritiek van studenten is er altijd geweest, maar de afgelopen jaren is de teneur veranderd. Studenten beklagen zich dat ze zich gekwetst voelen, dat er teveel een westers perspectief wordt aangeboden, dat er teveel mannen worden besproken en te weinig vrouwen, dat het perspectief eurocentrisch is, dat ze zich niet prettig voelen en zich niet vrij voelen om zich te uiten. Ik worstel met deze kritiek omdat ik niet goed weet hiermee om te gaan.

Op dit moment is het in Nederland slechts een briesje en geen storm zoals die door Amerikaanse universiteiten blaast. Waar onder de ‘bezielende’ leiding van Joseph McCarthy in de jaren vijftig een heksenjacht op communisten begon in de Verenigde Staten, zo is er nu een heksenjacht door links. Docenten worden langs een zogenaamde woke maatlat gelegd om te kijken of ze voldoen aan de linkse interpretatie van gelijkheid. De woke activisten spitten daartoe het internet en de colleges door om te kijken of je ergens een keer een opmerking hebt gemaakt die niet strookt met de dogma’s van de zogenaamde Social Justice Warriors. En als er ergens wat gevonden wordt, dan volgt er een stroom van kritiek. Het management heeft de neiging om geen ophef te willen en kiest meestentijds de kant van de SJW’s en laat de medewerker vallen. Dit leidt in de V.S. niet alleen tot ontslag van docenten en journalisten, maar ook tot zelfcensuur: mensen worden voorzichtiger.

 

 

Sebastien Valkenberg schrijft "Politieke correctheid neemt geen genoegen met excuses, ze wil offers."[2] Hij geeft diverse voorbeelden van Nederlandse bodem. Het gaat niet alleen om het uiten van kritiek: je moet ook je taalgebruik aanpassen aan de wensen/eisen van de SJW’s. Voor veel gangbare woorden bestaan er inmiddels woke alternatieven. ‘Blanken’ heten nu ‘witte mensen’; ‘slaven’ heten ‘tot slaaf gemaakten’ en de aanspreekvorm ‘dames en heren’ bij de NS is veranderd in ‘beste reizigers’. De reactie van SJW’s op mensen die bewust of onbewust niet in woke jargon praten is soms hysterisch. Het kan over van alles gaan: over woorden, afbeeldingen, beelden, kleding, symbolen, et cetera. Een over the top vorm is de beschuldiging van ‘cultural appropriation’: de beschuldiging (aan het adres van witte mensen) van het zich onterecht toe-eigenen van niet-westerse cultuur, zoals rastahaar, henna tattoos of in kimono of sari lopen. Je kunt het zo gek niet bedenken of een hypersensitieve woke activist hangt je aan de twitterschandpaal en dan is de geest uit de fles.

 

Cancel culture in de lage landen: drie voorbeelden

Jordan Peterson

Toen de Canadese conservatieve psycholoog en cultuurcriticus Jordan Peterson, auteur van de internationale bestseller 12 Rules for Life (2018), in 2018 een lezing zou geven bij Room for Discussion aan de Universiteit voor Amsterdam, manifesteerde de cancel culture zich ook in Nederland. Zo’n honderd medewerkers en enkele studentenactiegroepen beklaagden zich in een open brief over de komst van Peterson en riepen op om hem te cancelen. ‘Medewerkers en studentengroepen van de UvA zijn bang dat Peterson te veel ruimte krijgt om zijn ‘rechtse opvattingen’ te delen.’ Vervang het woord ‘rechts’ door ‘links’ en de absurditeit van de redenering is meteen duidelijk. Linkse activisten worden omhelsd en verwelkomd. Blijkbaar kunnen studenten het niet aan om onwelgevallige opinies te horen.

De briefschrijvers vroegen niet rechtstreeks om een spreekverbod; ze wilden een tegenspreker. Ik geef een tegenvoorbeeld. Stel er wordt een moslim uitgenodigd. Moet er dan ook standaard een atheïst als tegenspreker bij? Of, andersom, filosoof Herman Philipse geeft college over wijsgerig atheïsme, moet er dan ook een gelovige spreker optreden? Moet bij elke spreker een tegenpool komen?

Dat de woke activisten geen voorstander zijn van het vrije woord, blijkt uit een beschrijving die Jordan Peterson op zijn website geeft van lezingen op universiteiten. die verstoord werden door radicale en (potentieel) gewelddadige studenten.[3]

De lezing van Peterson in Amsterdam vond doorgang voor een stampvolle zaal, zonder tegenspreker, maar met meer tijd voor vraag en antwoord. Er deden zich geen incidenten voor. Wellicht kwam dat doordat een groep proteststudenten te laat was en de zaal niet meer in kon.

Een universiteit moet studenten aanzetten tot kritische reflectie en daarom ook een platform bieden aan verschillende perspectieven, oftewel meerstemmigheid, vooral wanneer het om extra-curriculaire voordrachten gaat (publiekslezingen, Studium Generale).

Willem Vermaat

Een vriend van mij, Willem Vermaat, is gecanceld als columnist van een blad voor veganisme, Vegan Magazine, omdat hij – en nu komt het – op een ander platform, De Vegansoof, een essay over veganisme heeft geplaatst dat controverse oproept en mensen ertoe brengt om bij het veganismetijdschrift hun beklag te doen[4]. De redactie van het tijdschrift schiet in een kramp: ze willen geen gedoe en kiezen ervoor om Willem als columnist te cancelen. Dat hij goede columns schrijft die door veel lezers worden gewaardeerd en dat hij daarin ook nog eens gelijk heeft, telt blijkbaar niet. De reden dat hem het platform wordt ontnomen is dus om geklaag van (al dan niet anonieme) klagers te voorkomen. Het tijdschrift wil geen imagoschade. Toch lukt dat op deze manier niet: het cancelen van een excellente columnist levert imagoschade op, maar blijkbaar weegt die imagoschade minder zwaar dan de berichten van de klagers. Het zijn de klagers die de knuppel in het hoenderhok gooien en dan achteroverleunen om te kijken of het cancelen naar tevredenheid plaatsvindt. De redacteuren voeren uit wat de SJW's willen; zij doen dienst als ‘nuttige idioten’. Niet alleen is Willem Vermaat slachtoffer van de cancel culture, maar ook de lezers van het blad zijn dat, omdat het hierdoor minder ruimte biedt aan kritische (zelf)reflectie. Door de cancel culture kunnen instituten en verenigingen zonder dat zij dat door hebben een metamorfose ondergaan waarbij ze dansen naar de pijpen van de meest extreme SJW twitteraars.

Marieke Lucas Rijneveld

De succesvolle schrijver Marieke Lucas Rijneveld werd door haar uitgever gevraagd het gedicht dat Amanda Gorman voordroeg tijdens de inauguratie van president Joe Biden in 2021 te vertalen. In de Nederlandse media ontstond er een storm van protest want (woke) mensen vroegen zich af of een wit persoon een gedicht van een zwart persoon passend zou kunnen vertalen. Toen ik dat las duizelde het voor mijn ogen. Wanneer kun je als vertaler dan een werk vertalen? Moet je hetzelfde geslacht hebben, dezelfde leeftijd, dezelfde opleiding, dezelfde sociale status, dezelfde politieke voorkeur? Het is een voorbeeld van een toepassing van standpoint theory (zie daarover ook verderop de paragraaf Research Justice): het gaat niet om de argumenten (is zij een goede vertaler?) maar om de persoon: heeft de vertaler de juiste (raciale) kenmerken? Het is racisme pur sang. Een beschuldiging dat een witpersoon zich nooit in een zwartpersoon kan inleven om een goede vertaling te kunnen maken. Geschrokken van alle ophef trok Rijneveld zich als beoogd vertaler terug. Een succesvolle woke cancel campaign dus.

 

Filosofische kritiek op cancel culture

In het boek Cynical Theories. How universities made everything about race, gender, and indentity – and why this harms everybody (2020)[5] leggen cultuurcriticus Helen Pluckrose en natuur- en wiskundige James Lindsay de wortels van dit fenomeen bloot. Dikwijls komt kritiek op SJW’s vanuit de politieke rechterhoek, vaak zelfs van de extreem rechtse kant. Zo niet bij Pluckrose en Lindsay. Zij zijn linksliberaal en staan positief tegenover feminisme, gelijkheid, antidiscriminatie en voor LHBTQx rechtsgelijkheid.[6]

 


 

Hun boek begint met een historische duiding van het fenomeen en vervolgens worden de specifieke toepassingen besproken, op allerlei (deels nieuwe) vakgebieden op de universiteit. Een centrale term is het woord ‘Theory’ – met een hoofdletter. Het gaat bij Theory niet om een bepaalde theorie, maar om een postmoderne wereldbeschouwing waarin macht, kennis en taal worden gezien als instrumenten van de zittende machthebbers (met name witte heteroseksuele westerse mannen) die een kolonialistische greep op de rest van de mensheid houden. In feite is Theory een onweerlegbare samenzweringstheorie; immers het idee van rationele onderbouwing wordt gezien als onderdeel van het onderdrukkende narratief (narratief is ook een woke woord) en rationele kritiek wordt gezien als bevestiging van het eigen ‘woke’ gelijk.

De auteurs betogen dat de huidige woke en cancel culture het logische gevolg is van het (filosofische) postmodernisme dat al in de jaren zestig, met name in Frankrijk, opkwam. "Het postmodernisme wierp zulke radicale twijfels op over het denken en de samenleving, dat het uiteindelijk een vorm van cynisme is."[7] Vanaf 2010 begon de invloed van postmodernisme zich te manifesteren met de opkomst van, wat psycholoog Steven Pinker noemt, wokery[8] en social justice warfare.[9] Deze fase van Theory dringt een totalitaire agenda op aan instituten, te beginnen met universiteiten, maar ook musea, theaters en bibliotheken. De auteurs betogen dat toegepaste postmoderne theorie nu leidt tot een ondermijning van de universiteit als bolwerk van vrijheid en ondermijning van het nastreven van objectieve kennis zonder taboes.

Volgens Pluckrose en Lindsay kunnen in het postmodernisme twee principes worden aangeduid:

1.  het postmoderne kennisprincipe waarin er radicale scepsis is over het verkrijgen van objectieve kennis en waarbij kennis wordt opgevat als een sociale constructie. Waar is niet wat overeenstemt met de werkelijkheid (de zogenaamde correspondentietheorie van waarheid), maar wat waar is, is een sociaalpolitieke constructie van machthebbers. Dit is een brainchild van de Franse filosoof Michel Foucault (1926-1984);

2.  het postmoderne politieke principe dat betoogt dat de samenleving gevormd wordt door macht en hiërarchie die bepalen wat kennis is en hoe die verkregen kan worden.

In postmoderne theorie gaat het om radicale scepsis over kennis-claims. Die radicale scepsis is fundamenteel anders dan de wetenschappelijke scepsis waarbij wordt gekeken naar empirische onderbouwing, de logische structuur van de argumentatie en bevestiging dan wel verwerping door herhaaldelijke toetsing, inclusief pogingen om de theorie te weerleggen. Bij radicale scepsis gaat het om scepsis over de wetenschappelijke scepsis, namelijk of die überhaupt tot betrouwbare kennis kan leiden. Voorts betwijfelt radicale scepsis dat sommige mensen in staat zijn om kennis te verwerven omdat zij vanwege hun huidskleur of afkomst of sekse gevangen zitten in een kokerperspectief op de werkelijkheid. Inderdaad: dit is een racistisch uitgangspunt (omgekeerd racisme dus). "Theory ziet wetenschap als zijnde georganiseerd op een manier die de belangen dient van de machtige mensen die er achter zitten – witte Westerse mannen – terwijl participatie van anderen wordt verhinderd."[10]

 

Constructivisme

Het is van belang om te begrijpen wat er mis is met deze manier van redeneren. Het onderscheid tussen twee vormen van theorie, zwak en sterk constructivisme, is hier verhelderend. Wetenschap is een activiteit van mensen en alle menselijke activiteiten kunnen door sociale wetenschappers worden onderzocht. Zo storten antropologen en sociologen zich op wetenschappelijke instituten. Beroemd is het onderzoek van Bruno Latour en Steve Woolgar die in hun boek Laboratory Life: the social construction of scientific facts (1979) een natuurkundig laboratorium bestuderen. Zij laten zien dat wetenschap mensenwerk is en dat dat lang niet zo rationeel, transparant, gelijkwaardig en eerlijk verloopt als wij graag zouden willen geloven. Dit is een voorbeeld van zwak constructivistische theorie. Maar er kan ook een sterk constructivistische theorie op het wetenschapsbedrijf worden losgelaten; dan heet het dat de wetenschappelijke feiten in het laboratorium worden gemaakt, dat de wetenschappers elkaar wijsmaken dat hun onderzoek naar een externe wereld verwijst en wat feiten zijn. De zogenaamde kennis die in een wetenschappelijk laboratorium gecreëerd wordt, heet net zo objectief te zijn (namelijk niet) als kennisclaims van Papoea’s in de jungle.

 

 

Waar zwak constructivistisch inzicht kan bijdragen aan het wegnemen van obstakels voor eerlijke kansen en gelijkheid in de wetenschap, is de sterk constructivistische theorie een ondermijning van wat wetenschap is.

Wat bovendien verwarrend is voor de discussie over de rationaliteit van wetenschap is dat wetenschap niet hetzelfde is als hoe wetenschap wordt toegepast. Bij wat er met wetenschappelijke kennis gebeurt kan wetenschap zelf geen rol spelen; wetenschappelijke kennis is amoreel. Kennis en rationaliteit kunnen echter worden ingezet bij wat mensen doen vanuit een extreem gewelddadige irrationele ideologie, zoals het Nazisme. Rationele kritiek op wetenschap, technologie en samenleving is van fundamenteel belang. Maar niet wanneer dat gebeurt vanuit een postmodern perspectief.

 

Dekolonialisering

De beschuldiging een witte man te zijn en daardoor onderdeel te zijn van een onderdrukkend paradigma is een voorbeeld van toegepaste Theory, namelijk van decolonial theory. Waar liberalen menen dat wetenschap en rationaliteit door alle mensen beoefend kunnen worden en dat mensenrechten universeel zijn, heeft de decolonial versie een heel ander perspectief volgens de auteurs:

"Het Westen heeft het idee gevormd dat rationaliteit en wetenschap goed zijn om de eigen macht in stand te houden en niet-rationele en niet-wetenschappelijke vormen van kennisvoortbrenging van elders buiten de deur te houden. Derhalve moeten we nu witte, Westerse vormen van kennis een lagere waarde toekennen omdat die van witte Westerlingen zijn en we moeten Oosterse vormen van kennis een belangrijkere plaats toekennen (teneinde een machtsevenwicht te realiseren).

Hoe absurd bovenstaande claim ook lijkt, ik merk dat studenten regelmatig beschuldigende opmerkingen met een dergelijke strekking maken. Ze denken dat ze kritisch en autonoom zijn, maar ondertussen zijn zij totalitaire dwingelanden die een terreur van censuur en ontslagen veroorzaken. Ik moet toegeven dat ik de laatste jaren bang ben, niet alleen voor studenten tijdens college met hun beschuldigende vragen, maar ook voor anonieme klagers die bij de universiteit hun beklag doen. Het management gedraagt zich als ‘nuttige idioten’ in deze gang van zaken. Op klachten vindt de reflex plaats: ‘waar rook is is vuur’ en het lijkt gerieflijk om tegemoet te komen aan de klagers. Maar het klagen zal niet stoppen. Het zal nooit stoppen. Tegen wokery is geen kruid gewassen. En zo loop je het risico tussen hamer en aambeeld te komen. Censuur en inquisitie komen terug, midden in de open samenleving waarin de vrijheid van expressie en academische vrijheid basisbeginselen zouden moeten zijn. Via wokery vindt er onder het mom van het bestrijden van discriminatie een metamorfose plaats naar een totalitaire samenleving compleet met een gedachtenpolitie.

 

Research Justice

Een onderdeel van het idee om universiteiten te dekolonialiseren is het idee van research justice: ‘[…] dat wetenschap, rede, empirie, objectiviteit, universaliteit en subjectiviteit overgewaardeerd zijn als wegen om tot kennis te geraken, terwijl emotie, ervaring, traditionele narratieven en gewoonten en spirituele overtuigingen ondergewaardeerd werden."[11] Ik krijg inderdaad de laatste jaren verzoeken (meestal op vrij dwingende toon) van studenten om ook meer niet-westerse literatuur en personen op te nemen in mijn colleges en de voorgeschreven literatuur. Zelfs (niet filosofisch geschoolde) collega’s vragen mij of ik niet ook niet-westerse filosofie moet behandelen. Pluckrose en Lindsay keren zich faliekant tegen deze toepassing van Theory: "Sommige wetrenschappelijk theorieën werken an andere niet. Het is moeilijk in te zien hoe wetenschappelijke theorieën die niet corresponderen met de realiteit en derhal;ve niet werken, tot voordeel kunnen strekken van mensen die aan de kant staan of van wie dan ook."[12]

Standpoint theory is een alles ondermijnend concept uit Theory. Het is een ander woord voor epistemologisch relativisme: de waarheid van een uitspraak is afhankelijk van de kenmerken (standpoint) van die persoon. In plaats van te kijken naar de argumenten gaat het om de persoon: niet de inhoud maar de persoon is bepalend. Sommige kenmerken fungeren als een zwaardere handicap dan andere. Als je wit bent heb je blijkbaar een superzware handicap want dan bekijk je de wereld vanuit het geprivilegieerd perspectief van de onderdrukker met de tunnelvisie van de rede. Ware kennis, volgens standpoint theory, komt van mensen die de onderdrukking zelf doorleefd hebben en komt vanuit subjectieve ervaring: "Kennis komt van de geleefde ervaring van verschillende identiteitsgroepen, die verschillende posities hebben in de samenleving en er dus verschillende aspecten van zien."’[13]

Dit epistemologisch relativisme ondermijnt de mogelijkheid van rationeel debat. Door toepassing van Theory worden sommige onderwerpen taboe (zoals islamkritiek, die is en wordt betiteld als islamofobie). "[Theory] houdt ook in dat vaststellen of een persoon gelijk of ongelijk heeft niet kan plaatsvinden door evalueren van de deugdelijkheid van haar ideeën maar dat het afhankelijk is van haar identiteit ("postkoloniaal") en bereidheid om alles op de juiste manier onder woorden te brengen. 'Elkaar controleren' is feitelijk onmogelijk in de Theory, aangezien mensen uit verschillende identiteitsgroepen elkaar nooit volledig kunnen begrijpen."[14]

 

Dit artikel is ingekort door de redactie. Wordt vervolgd.

artikel uit de Vrijdenker mei 2021

 

 

------------------

 

[1] "ontwaakt, wakker" bedoeld als "alert op en zich bewust van maatschappelijke ongelijkheid" (noot van de redactie)

[2] Sebastien Valkenberg, Policor in de polder, p. 42.

[3] https://www.jordanbpeterson.com/political-correctness/trouble-at-the-university-of-amsterdam/

[4] zie https://devegansoof.nl/2021/03/03/willem-vermaat-ik-ben-gecancelled-door-vegan-magazine/

[5] Zie hier een website over het boek: www.cynicaltheories.com.

[6] Ook in Nederland is er vanuit linkse hoek kritiek op wokery: Tofik Dibi, Het monster van Wokeness (2020).

[7] P. 22.

[8] Voorbeelden van wokery zijn Ibrahim X. Kendi, How to be an Anti-Racist, Robin DiAngelo, White Fragility en Fiona Cambell, Contours of Ableism.

[9] Blurb van Pinker op backcover Cynical Theories.

[10] P. 37.

[11] P. 82.

[12] P. 87.

[13] P. 78.

[14] P. 250.

De Vrije Gedachte