De Vrije Gedachte
De Vrije Gedachte
Atheïstisch-Humanistische Vereniging

Leugen van het atheïsme

31.10.16 10:39 PM Door De Vrije Gedachte
Regelmatig erger ik me aan het woord ‘leugenaar’ dat sommige vrijdenkers voortdurend gebruiken als het over gelovigen gaat. Als deze vrijdenkers dan spreken over ‘liegen in commissie’ maakt dit het alleen maar erger. Natuurlijk bestaat er geen enkele god. Zelfs het woord atheïst is een term dat ongelovigen door gelovigen opgedrongen wordt. Misschien moeten we atheïsme een leugen noemen, omdat dit woord eigenlijk geen enkele betekenis heeft. Beter zou het zijn te spreken van naturalisme. In principe is alles  te verklaren door de natuur of misschien beter te zeggen door natuurlijke selectie.  We stammen per slot van rekening niet alleen af van de aap maar van vissen, reptielen, drassige moleculen.  Maar de term naturalisme kan gemakkelijk tot het misverstand leiden als zouden atheïsten natuurfreaks zijn. Ook wordt vergoelijkend wel eens opgemerkt, dat de term leugenaar niet opgaat voor gewone gelovigen. De grote meerderheid van de gelovigen zijn gewone gelovigen. Daarnaast vind ik het onterecht om zelfs ‘ongewone’ gelovigen zoals academici (gelukkig een kleine minderheid) leugenaars te noemen. Een geleerde als Francis Collins en in het verleden  filosofen (Kant, Kierkegaard) en vele anderen die gelovig waren en bloc leugenaars noemen, vind ik naïef, een beetje dom en wat de zaak van het naturalistisch denken betreft contraproductief. Ik spreek regelmatig gelovigen. Hun belangrijkste argument om te geloven in een geestelijk buitennatuurlijk wezen is de complexiteit en schoonheid van de bloemen, dieren, geboorte van een baby, de sterrenhemel. In de theologie heet dat: ‘vestigia dei’, ofwel de voetsporen van god. Het is niet gemakkelijk daar een bevredigend antwoord op te geven zonder de uitgangspunten van de evolutie uit te leggen. Vaak heb ik de neiging vanuit het absurde te redeneren in de trant van: ‘o, dus daarom bestaat er maagdelijke geboorte of springt er iemand uit een lijkkist en vliegt naar de hemel’. Gelovigen volgen vaak het spoor van Franciscus, die een grote eenheid voelde met de dieren. Hij was zich kennelijk bewust dat het verschil tussen alle levende wezens niet wezenlijk maar gradueel is. Vandaar dat hij praatte met de vogels. Als hij nu geleefd had, was hij darwinist geweest. Ik vind het de belangrijkste opgave aan te tonen dat de verwondering en bewondering van de complexe natuur helemaal geen buitennatuurlijk wezen vereist. Dat maakt de zaak alleen nog complexer. Daarnaast vind ik het culturele facet van het behoren bij een geloofsrichting een moeilijk punt. Geloven vervult kennelijk voor velen de behoefte om ergens bij te horen. De gedachte dat het horen bij zo’n club evenzeer verdeeldheid schept is niet zo eenvoudig overtuigend over te brengen. Hoe dan ook, de term ‘liegen’, (d.i. bewust iets zeggen waarvan je wéét dat het niet waar is) vind ik ontactisch, onhandig, contraproductief en een beetje dom als het om geloven gaat.

De Vrije Gedachte