Ieder jaar wordt er met veel begrip over het begin van de islamitische vastenperiode bericht, vaak met foto’s van meutes biddende mannen in een moskee. Uitgelegd wordt dat de ramadan de ziel reinigt, zelfbeheersing bijbrengt en begrip voor de armen. Nooit schrijft men dat door dit vasten islamieten hun gevoel van meerwaarde bevestigen. Het is de bekende relgieuze hovaardigheid die zich vermomt als deemoedige onderwerping (=islam) aan Gods wil. Heel serieus gaan kranten in op allerlei kwesties inzake het vasten: lopen diabetes-patiënten niet extra risico? Hoe moet het met de Algerijnse voetballers bij het wereldkampioenschappen? Ook wordt ernstig bericht dat islamieten het onderling oneens zijn over het exacte begin van de Ramadan. Dat gekift is toch even bespottelijk als het christelijk gekift over de paasdatum. Met wroeging herinner ik me dat ik niet geweigerd heb om mijn studentengroep die op studiereis in Tunesië was, toe te vertrouwen aan een buschauffeur die van zonsopgang tot –ondergang niet at of dronk. De dag voordat ik dit schrijf is de vastende dochter van mijn Algerijnse vriend op school flauwgevallen. Een lerares vertelt mij dat het tijdens de ramadan zo verschrikkelijk stinkt in de klas: de gassen die zich hebben opgehoopt in de lijven die ’s avonds laat en ’s morgens vroeg verschrikkelijk hebben zitten bunkeren, zoeken een uitweg. Gelukkig valt de islamitische vasten dit jaar in de schoolvakantie…
Houd op met ophef over ramadan
03.07.14 05:01 AM