De Vrije Gedachte
De Vrije Gedachte
Atheïstisch-Humanistische Vereniging

De botsing tussen islam en feminisme | Floris van den Berg

24.06.21 12:32 PM Door De Vrije Gedachte

Brandbrief aan moslimmannen en multiculturele wegkijkers

De botsing tussen islam en feminisme

Floris van den Berg

De grote ideeën van het Westen – rationalisme, zelfkritiek, belangeloos zoeken naar de waarheid, scheiding van kerk en staat, de rechtsstaat, gelijkheid voor het recht, vrijheid van geweten, denken en expressie, mensenrechten en liberale democratie – een aanzienlijke verworvenheid voor welke beschaving dan ook ‒ blijven het beste en misschien wel enige middel voor all mensen, ongeacht ras of geloof, om zich volledig te ontplooien en in vrijheid te leven. Ibn Warraq.

 

 

Er zijn landen waar vrouwen vrij zijn, waar vrouwen en mannen gelijkwaardig zijn. Die plekken liggen, zoals de Pakistaanse ex-moslim en vrijdenker Ibn Warraq aanduidt in het bovenstaande citaat, in het Westen. In haar boek Prooi. Immigratie, Islam en de erosie van vrouwenrechten (2020) schrijft ex-moslim, vrijdenker, liberaal en feminist Ayaan Hirsi Ali: 'Deze kwetsbare bijna-gelijkheid, die wettelijk is vastgelegd, ook al bestaat ze niet in elk huis en op elke werkplek, bestaat nog maar heel kort en de geschiedenis leert dat dergelijke verworvenheden snel kunnen worden teruggedraaid,' (p. 291) De feministische verworvenheden bestaan lang niet overal ter wereld; bovendien zijn deze vrijheden kwetsbaar en worden ze bedreigd: 'Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie heeft 35 procent van de vrouwen over de hele wereld "fysiek en/of seksueel geweld ervaren, al dan niet van hun partner".' (p.33) Mijn god! Wie dacht dat het feminisme klaar was!

Hirsi Ali is als asielzoeker, op de vlucht voor een gedwongen huwelijk in Somalië, naar Nederland gekomen. Zij heeft zich via een snelle carrière tot publiek intellectueel en Tweede Kamerlid van de VVD opgewerkt. Haar pleidooien voor vrouwenemancipatie binnen de islam en haar islamkritiek waren de directe aanleiding tot de brute moord op Theo van Gogh in 2004, met wie zij een film over vrouwenonderdrukking in de islam had gemaakt. De moordenaar was een radicale moslim. Hirsi Ali stond toen al onder zware beveiliging; Van Gogh niet. Ze is uitgeweken naar de VS waar ze is genaturaliseerd. Nog steeds wordt ze beveiligd vanwege de islamitische doodsdreigingen aan haar adres. Zij weet wat het is om te emigreren en te integreren (zo schreef ze toen ze in Nederland woonde, boeken in het Nederlands en thans in de VS schrijft ze in het Engels). Ze blijft zich consequent inzetten voor vrouwelijke slachtoffers van de islam en ze blijft kritiek uitoefenen op de nefaste invloed van de islam op open samenlevingen, zoals islamitisch terrorisme en de aandrang van islamitische zijde op censuur op islamkritiek, met name afbeeldingen.

Feminist Ayaan Hirsi Ali komt op voor vrouwen die met bruut geweld worden onderdrukt en gekneveld in liberale democratieën. Waarin Hirsi Ali zich onderscheidt van hedendaagse postmoderne feministen, is dat zij zich specifiek richt op de immigranten en moslims. Zij is een liberaal democraat die staat voor universele mensenrechten, ongeacht cultuur. In haar werk richt zij de aandacht echter op een specifieke groep daders: moslims. Dat betekent niet dat zij ontkent of bagatelliseert dat er ook onder niet-moslims sprake is van onderdrukking van en geweld tegen vrouwen. Maar haar aandacht richt zich juist op deze specifieke groep. Wel wijst Hirsi Ali erop dat geweld van de kant van moslims in de vorm van terrorisme en doodsdreigingen een ontwrichtend karakter heeft en dus zeker niet genegeerd kan worden. Zij heeft als specialisme islamitische misogynie en hoe dat probleem in het Westen door veel (linkse) mensen wordt gebagatelliseerd dan wel genegeerd.

Hirsi Ali betoogt, net als Ibn Warraq, dat er sprake is van een fundamentele botsing van beschavingen tussen de hedendaagse westerse wereld, waarin de emancipatie van vrouwen grotendeels heeft plaatsgevonden, en de islam, waar dat niet het geval is. Dat er uitzonderingen zijn op dit cliché doet niets af aan de algemene geldigheid. De islam is diep doordesemd met misogynie.

 

 

Ze betoogt dat de moslimmannen in liberale democratieën zich niet alleen misdragen tegen de vrouwen binnen de eigen groep maar ook tegen vrouwen daarbuiten en dat daarmee een kernwaarde van de liberale democratie – vrijheid van het individu – wordt ondermijnd. Het aantal moslims is beperkt, maar de negatieve maatschappelijke invloed op de emancipatie van vrouwen en homoseksuelen is disproportioneel groot. Zij bepleit een liberaal humanistisch beschavingsoffensief voor moslims en met name moslimmannen. Er moet meer druk worden uitgeoefend op moslimmannen om zich de basale liberale waarden toe te eigenen: 'De kern van onze opvattingen is dat we de liberale waarden beter en krachtiger moeten verdedigen en de wetten moeten handhaven, dat individuele verantwoordelijkheid van het grootste belang is en dat het taboe op een open discussie over de problemen deze alleen maar heeft vergroot, vooral voor vrouwen.' (p. 283)

 

(In)tolerantie

Liberale democratieën worstelen met de tolerantie van intolerantie. Tolerantie is een kernwaarde van liberalisme, dus het is lastig om zaken niet te tolereren (want dan kun je beschuldigd worden van intolerantie en dat wil niemand). Hirsi Ali neemt de handschoen op met het risico om kop van jut te worden en komt op voor de slachtoffers – vrouwen, moslima's en niet-moslima's. Zij ziet dat er sprake is van geweld van moslims tegen vrouwen in liberale democratieën en betoogt dat vanwege het lang gekoesterde en breed gedragen ideaal van multiculturalisme er weinig kans lijkt te bestaan op een spoedige liberalisering van de moslims. Daarom pleit zij voor een strenger immigratie- en vooral integratiebeleid.

  Een rookgordijn voor islamkritiek als die van Hirsi Ali wordt echter opgeworpen door westerse moslima's die beweren uit vrije wil moslim te zijn en uit vrije wil een hoofddoek (of verdere lichaamsverhulling) te dragen en die door het intersectionele postmoderne feminisme omarmd worden. Een liberaal antwoord daarop luidt, dat het iedereen vrij staat een geloof aan te hangen en ook om zich te kleden zoals hij of zij wil, maar uit het feit dat een vrouw meent vrijelijk te kiezen (voor onvrijheid) kan niet worden afgeleid dat alle moslima's vrij zijn om te gaan en staan waar zij willen (dat zou de non sequitur drogreden zijn). Hirsi Ali houdt voet bij stuk: emancipatie en feminisme moeten gaan over de vrijheid van het individu en de overheid moet instaan voor die vrijheid. Dat is momenteel niet het geval. Onder het mom van tolerantie en multiculturalisme wordt ingroup intolerantie getolereerd. Prooi geeft een stem aan de mishandelde en onderdrukte vrouwen die hun stem niet kunnen laten horen zonder risico op geweld.

 

Oplossingen

Jammer dat Hirsi Ali enkele voor de hand liggende (maar politiek moeilijk te verteren) oplossingen niet noemt. Ten eerste, een verbod op alle religieuze scholen (over de hele wereld) en alleen toelating van verplicht gemengd seculier onderwijs, zonder uitzonderingen voor geloof (inclusief gemengd schoolzwemmen en een hoofddoekverbod voor kinderen tot zeg 16 jaar). Ten tweede, een sterke sociale afkeuring van het labelen van kinderen als religieus. Kinderen dienen zelf een geloof of ongeloof te kiezen, op basis van eerlijke en voldoende informatie. Ten derde, uitgebreide en eerlijke seksuele voorlichting op school en in de samenleving, inclusief aandacht voor homoseksualiteit en vrouwelijke seksualiteit. Ten vierde, een verbod op jongensbesnijdenis – dit noemt Hirsi Ali niet omdat zij focust op vrouwen, maar het is vreemd om dat niet mee te nemen. De jongens zijn ook slachtoffer van dezelfde ideologie. (buiten deze context: ten vierde b: een verbod op rituele slacht: geen uitzondering op religieuze gronden van algemeen bindende wetgeving). Vrouwenbesnijdens is goddank in westere landen al verboden. Toezicht dat meisjes niet in het buitenland gemutileerd worden is geboden. Ten vijfde, de overheid moet garanderen dat cartoons over de islam in de media, in boeken en op scholen gepubliceerd en getoond mogen worden en dat cartoonisten vrijheid en veiligheid wordt gegarandeerd – desnoods met politiebeveiliging – ook wanneer zij moslims op de hak nemen.

  Hirsi Ali richt zich op vrouwen in liberale democratieën. Maar hoe zit het dan met vrouwen in landen waar de islam een zwaar stempel drukt op de maatschappij als Iran, Pakistan, Afghanistan, Saoedi Arabië, Somalië, Jemen et cetera? Wie bekommert zich om het lot van de vrouwen (en homoseksuelen, afvalligen, andersgelovigen et cetera) in die landen? Hirsi Ali geeft aan dat er wel degelijk sprake is van een botsing der beschavingen (of beter gezegd een botsing tussen beschaving (liberaal feminisme) en barbarij (misogynie)). Let wel, zij betoogt niet dat liberale democratieën een gerealiseerde utopie zijn, maar wel dat de mate van emancipatie er veel beter is dan in landen met een islamitische invloed. Prooi van Hirsi Ali kan gezien worden als een 21ste eeuws vervolg op pleidooien voor vrouwenrechten als die van Olympe de Gouges, Mary Wollstonecraft, John Stuart Mill & Harriet Taylor en Simone de Beauvoir. Nieuw is de focus op islam.

 

Olympe de Gouges (1748-1793)

 

Heulen met islamisten

Hirsi Ali meent dat er in de liberale democratieën geen goed beleid wordt gevoerd en merkt op: 'Als Europese leiders hun kop in het zand blijven steken, dan denk ik dat het binnen tien of twintig jaar droevig is gesteld met de vrouwenrechten. De openbare ruimte zal er anders uitzien. We zullen niet langer vrouwen zien die zich vrij en zonder begeleiding kunnen bewegen op straat of in het openbaar vervoer. De beperkingen zullen niet alleen voor vrouwen uit bepaalde minderheidsgroepen gelden, ze zullen ook – in meer of mindere mate, afhankelijk van de woonomgeving – gevoeld worden door een groot deel van alle vrouwen.' (p. 276)

Hirsi Ali wijst erop dat in linkse kringen, waar feminisme sinds 1960 een kernpunt was, een malicieuze kentering heeft plaatsgevonden: 'Om de politieke goodwill van dit "surrogaatproletariaat" te winnen, vegen linkse partijen onderwerpen als seksueel geweld en genderdiscriminatie in immigrantengemeenschappen van tafel. Ooit stonden deze partijen voor de emancipatie van de vrouw, homorechten en gelijkheid. Nu houden ze het met islamisten die op religieuze gronden om ontheffing van deze kernwaarden vragen.' (p. 149). 'Westerse feministen raakten ervan overtuigd dat het opleggen van hun waarden aan de islamitische wereld een vorm van neokolonialisme was.' (p. 153) Hirsi Ali houdt hoop dat het de postmoderne feministen aan kennis van de culturele botsing tussen islam en liberalisme ontbreekt en dat zij die door haar boek kunnen bijspijkeren: 'Ik ben ervan overtuigd dat veel westerse feministen oprecht geen weet hebben van de diepgewortelde culturele weerstand die mannen uit de islamitische wereld voelen jegens gelijke rechten voor vrouwen.' (p. 156) Ik hoop het met haar, maar ik ben sceptisch of dit zal lukken. In linkse (woke) kringen werkt alleen de naam Hirsi Ali al als een rode lap op een stier: men wil niet eens naar haar luisteren omdat ze vinden dat ze een verraadster is. Zo schrijft de postmoderne feminist Gloria Wekker over haar in Witte Onschuld (2018) dat Hirsi Ali: '[…] het debat over de multiculturele samenleving had geïnjecteerd met haar radicale standpunten tegen de islam, waarin ze de islam voorstelde als fundamenteel onverenigbaar met een moderne samenleving en met de emancipatie van vrouwen en homoseksuelen.' (Witte Onschuld, p. 21) Het postmoderne feminisme heeft zich het dogma toegeëigend dat het Westen, en vooral de Westerse witte man, de boeman is. En ja, als je meent dat dat het probleem is, dan kijk je met een tunnelvisie naar het probleem. De islam is de olifant in de kamer.

 

Kuisheidsdoctrine

Binnen de islam is er een pathologische obsessie met seksualiteit. De normen die worden gesteld – de vrouwelijke kuisheidsdoctrine – botsen met de vrijheid van het individu en leiden tot een ontstellende hoeveelheid leed en onderdrukking. 'In westerse landen maken islamitische ouders er bezwaar tegen dat hun kinderen op school worden blootgesteld aan openhartige gesprekken over seks. Ze zijn bang dat hun kinderen het strenge principe dat er buiten het huwelijk geen seks dient plaats te vinden door die gesprekken stilzwijgend zullen overtreden.' (p. 175) Er is binnen de islam een strikte dubbele moraal voor mannen en vrouwen: mannen hebben meer vrijheid dan vrouwen. Anders gezegd: er is sprake van een slachtoffercultuur voor vrouwen (net zoals voor homo's en afvalligen).

Hirsi Ali over onderdrukking door islam in het Westen: 'Een goede moslim rekent het tot zijn taak de islamitische waarden te laten doordringen tot de mensen die op zijn pad komen. Dit heeft aanleiding gegeven tot het ontstaan van een informele religiepolitie in de parallelle samenlevingen in Europa, die meisjes dwingt zich te bedekken en binnen te blijven. […] Eergeweld is een reeks dwangmaatregelen die worden gebruikt om de kuisheidsdoctrine te handhaven. (p. 215-217)

 

 

Eergeweld kan uitdraaien op eermoord. De benaming eermoord is hoogst ongelukkig omdat het woord 'eer' een positieve connotatie heeft. Het gaat om moord met voorbedachten rade. Het concept 'eer' is een diep immoreel concept. Als de eer van de familie afhangt van het seksuele gedrag van de vrouwen in de familie, dan is er sprake van een onvrije structuur waarin vrouwen niet vrij kunnen zijn. Het is ook een troosteloos en treurig concept dat jouw eer afhangt van het gedrag van iemand anders. De noodzakelijke verandering is een verandering in wereld- en mensbeeld, van eer- naar schaamtecultuur. Het concept eer (op deze wijze geïnterpreteerd) druist in tegen de essentie van liberaal humanisme waarin mensen alleen verantwoordelijk zijn voor hun eigen daden en anderen zoveel mogelijk vrijheid gunnen. Hirsi Ali somt een reeks gruwelijke praktijken op die, ook in het Westen, voorkomen, voornamelijk onder moslims: de kuisheidsdoctrine, eergeweld, eermoord, gedwongen huwelijk (de reden van Hirsi Ali om te vluchten), genitale besnijdenis (die Hirsi Ali is aangedaan), kledingvoorschriften (waaraan Hirsi Ali moest voldoen in Somalië), kindhuwelijken, trouwen met een familielid (wat een verhoogde kans geeft op een kind met een beperking), vrijheidsbeperking, verkrachting inclusief verkrachting binnen het huwelijk.

 

Westerse beschaving

Hirsi Ali redeneert volgens de wetten van de logica en is wars van politiek correct geleuter. Gemeten aan de maatstaf van vrouwenrechten en emancipatie zijn westerse liberale democratieën moreel superieur aan landen waar de rechten van vrouwen met voeten getreden worden, zoals in de islamitische landen. België is – als het gaat om mensenrechten (inclusief vrouwen en homo's) moreel superieur aan Saoedi Arabië. Dat is geen mening, maar een feit. Een politiek incorrect feit wellicht, maar wel een feit. In de woorden van Hirsi Ali: 'Liberaal-democratische samenlevingen zijn vreedzamer, welvarender en toleranter dan autocratische, zoals Rusland, theocratische, zoals Iran, of samenlevingen waar één partij de macht heeft, zoals China. Maar als je pleit voor de superioriteit van de westerse beschaving word je tegenwoordig, vooral op universiteiten, weggezet als blanke racist. Er zijn maar weinigen binnen het establishment bereid om de politiek correcte consensus te bekritiseren en erop aan te dringen de klassieke liberale waarden hoog te houden.' (p. 248)

  Antisemitisme en homofobie maken ook deel uit van de islam en dat uit zich in intolerantie en geweld. 'In Somalië leer ik', zo schrijft Hirsi Ali, 'dat de Joden de schuld zijn van alles wat er in de wereld mis is en dat we ze daarom moeten haten.' (p. 259) Als dat geen hatelijke indoctrinatie is, wat dan wel?

  Recentelijk heeft het boek Ik ga leven (2021) van Lale Gül laten zien hoe het is om als meisje in Nederland in een conservatief Turks-islamitische gemeenschap op te groeien en hoe je als vrouw door de familie en ingroup wordt geknecht. De vrijheid die er in Nederland volgens de grondwet (en volgens de mensenrechten) zou moeten zijn, is er niet in orthodoxe religieuze en conservatieve milieus, bij hindoes, moslims, chinezen of orthodoxe christenen (inclusief jehova's en mormonen). Een wezenlijk verschil tussen opgroeien in een orthodox islamitisch of een orthodox christelijk milieu is de dreiging van extreem geweld en moord in het geval van islam.

 

Troepen en grensbewaking

Dat Hirsi Ali thans in rechts-conservatieve kringen in de VS verkeert, blijkt uit haar aanbeveling dat Europa militaire en civiele hulptroepen moet sturen 'om te helpen instituties op te zetten en rechtsstaten in te richten.' (p. 279). Het zou moreel juist zijn om van Syrië, Somalië, Marokko, Turkije en gelijk ook maar Saudi Arabië, Koeweit en al die oliestaatjes, liberale democratieën te maken waar vrouwen- en homorechten volledig worden gerespecteerd en gegarandeerd, maar een erg realistisch beleid is het niet. Ten eerste omdat Europa geen groot genoeg leger heeft en ten tweede omdat het middel erger is, met vele malen meer slachtoffers, dan de kwaal. Ten derde doordat de kans op langdurig succes gering is. Misschien dat de door Hirsi Ali ook genoemde optie van diplomatie en ontwikkelingshulp een vreedzamer en realistischer optie is, alhoewel de kans op succes ook daarvan gering is.


Tot slot wil ze dat Europa inzet op grensbewaking om de stroom van vluchtelingen te beperken: 'Welvaartsstaten zijn nationaal en niet universeel. Er kan dus niet onbeperkt van geprofiteerd worden door mensen die van buiten komen, puur vanwege het feit dat ze een grens zijn gepasseerd.' (p. 281) Zolang de rijkdom in Europa significant hoger is dan in veel andere landen en zolang er mogelijkheden zijn om naar Europa te komen, zal de stroom immigranten aanhouden, zelfs als de overtocht levensgevaarlijk is. Door de klimaatcrisis zullen nog veel meer mensen hun heil in Europa zoeken. Het lijkt erop of Hirsi Ali kiest voor een beleid waarbij mondjesmaat immigranten worden toegelaten en dan alleen degenen die een bijdrage aan de samenleving kunnen leveren en bereid zijn om snel te assimileren door de taal te leren en de normen en waarden van gelijkheid van man en vrouw etc. te internaliseren, inclusief de scheiding tussen religie en staat. Ze haalt als voorbeeld Oostenrijk aan waar immigranten sinds 2018 een Integratieverklaring moeten ondertekenen. Dat klinkt aardig. Maar wat dan met mensen die er al zijn en een paspoort hebben maar die niet voldoen aan de criteria van die integratieverklaring? In Nederland zijn er moslims met een Nederlands paspoort die de kernwaarden van de liberale democratie niet accepteren en die bovendien geen (goed) Nederlands spreken. Trouwens, wat moeten we dan met de orthodoxe christenen als die van de SGP, die bijvoorbeeld de homofobe Nashville-verklaring hebben getekend? Moeten we die gristenen ook maar meteen uitzetten naar Utah of Afghanistan?

 

Populisme?

Maar de beste stuurlui staan aan wal. Als er niets wordt gedaan, wordt het probleem immers groter terwijl aan alle voorgestelde oplossingen grote bezwaren kleven. De slachtoffers en de komende slachtoffers hebben niets aan gezanik en gezeur, die hebben er belang bij beschermd te worden. Ga er maar aan staan als politicus. De populisten, die Hirsi Ali ook bespreekt en die volgens haar het immigratievraagstuk ten onrechte gekaapt hebben, hebben radicale niet-democratische oplossingen, meent zij. Toch heeft het er veel van weg dat de anti-islam en anti-immigratie oplossingen die Hirsi Ali voorstelt, hier te lande door de PVV worden voorgesteld. Ook de andere populistische partij, FvD, wil een migratiestop. Hirsi Ali zegt weliswaar afstand te willen nemen van populisten, maar de door haar voorgestelde maatregelen worden met verve uitgedragen door mensen als Orban en Trump (grenzen dicht voor moslims) die verder bar weinig op hebben met mensenrechten. Zij schurkt dicht tegen extreem rechtsen aan die mensenrechten niet serieus nemen, maar wel anti-islam zijn.

  Hirsi Ali eindigt met een pleidooi voor een hernieuwde impuls van het liberaal feminisme: '[…] we hebben een nieuwe vrouwenbeweging nodig, een die de wereld niet in het licht van multiculturalisme en intersectionaliteit beschouwt, maar in een universeel licht, en die in de geest van John Stuart Mill en Harriet Taylor bereid is om voor de rechten van alle vrouwen op te komen.' (p. 292) Dus toch een universeel appèl en niet alleen voor vrouwen in liberale democratieën. Prachtig. Maar hoe? Zet in op onderwijs. Onderwijs dat traint in kritisch denken en democratisch burgerschap, en dat voor iedereen toegankelijk is. Onderwijs zonder religieuze inmenging. Leerlingen die van zo'n school komen zullen niet gemakkelijk kiezen voor islam of willekeurig welk waarheids- en vrijheidsfnuikend sprookje – als de overheid en samenleving hen tenminste in bescherming nemen.

  Het is makkelijk om Hirsi Ali weg te zetten als wegbereider van alt-right. Of haar te verwijten geen oog te hebben voor het seksuele geweld in het Westen door autochtonen. Het is gemakkelijk om te wijzen op het westers kolonialisme, op ons slavernijverleden, op de holocaust, op het feit dat vrouwen in de jaren vijftig en daarvoor in het Westen ook hoofddoeken droegen en ondergeschikt waren aan hun man. Of je kan het hebben over haar toon. Of over de gebrekkige statistiek waardoor het dubieus is of er een grote toename is van geweld tegen vrouwen in het Westen. Maar wat hebben de slachtoffers daaraan? Denk je eens in hoe jij je zou voelen als je wordt uitgehuwelijkt, wordt besneden of als Gül moet opgroeien in een gevangenis midden in een vrije samenleving, als jij verkracht wordt door een groep mannen, als jij constant wordt lastiggevallen door opdringerige mannen. Daar gaat het Hirsi Ali om, om de slachtoffers. En ondertussen is zij het wier leven gevaar loopt door doodsdreigingen van moslims.

 

[Dit artikel is enigszins ingekort door de redactie.]

publicatie in De Vrijdenker 2021 - 05

De Vrije Gedachte