Voetbalpet en hoofddoek

19.08.14 09:50 PM - Door De Vrije Gedachte
‘We doen wel dat voetbalpetje af, hè?’ Doorgaans zal de scholier goedmoedig de terechtwijzing van de leraar volgen. Maar wat als hij zou zeggen: ‘Waarom moet ik mijn geinige petje af en zegt u niets van het tuttige hoofddoekje van dat meisje daar?’ De leraar gaat dan iets mompelen van respect voor religie. Als de jongen gevat is, riposteert hij: ‘Maar die god van haar is een hersenspinsel, terwijl mijn voetbalclub bestaat. Ik betuig tenminste steun aan iets echts.’ Deze klassescène toont aan dat godgelovigheid onverdiend respect krijgt. Natuurlijk heeft iedereen recht op zijn eigen mening of waan. Maar godgelovigen genieten allerlei voorrechten, zelfs wettelijke. Drie voorbeelden, van futiel naar ernstig: 1. de 2-euromunten hebben als randschrift een geloofsbelijdenis; 2. kerkruimtes betalen geen Onroerend Zaak Belasting; 3. gelovigen in Allah of Jahweh verminken ongestraft het geslachtsorgaan van hun onmondige zoons Ze schenden daarmee flagrant de artikelen 6 en 11 van de Grondwet (vrijheid van godsdienst en lichamelijke integriteit) om maar niet te spreken van de talrijke wetten en internationale verdragen tegen kindermishandeling. Dit zijn drie van de veertien overduidelijke gevallen van wettelijke bevoorrechting van godsgeloof die De Vrije Gedachte in mei aan de kaak heeft gesteld in het rapport Houd het geloof erbuiten. Dit rapport is te vinden in de rubriek Vereniging van deze webstek of ga rechtstreeks naar http://devrijegedachte.nl/?page_id=7893