
‘Wetenschap zonder religie is lam, religie zonder wetenschap is blind.’ Dit aforisme van Albert Einstein wordt door godgelovigen aangevoerd om te bewijzen dat ‘zelfs’ de grote natuurkundige in god geloofde. Anderen hebben erop gewezen dat Einstein alleen maar vergelijkenderwijs sprak: de wetenschapper kan niet zonder de vervoering die religieus aandoet. Een persoonlijke brief van 3 januari 1954, een jaar voor zijn dood, geeft uitsluitsel over de vraag hoe Einstein tegenover religie stond. Aan de Joodse denker Eric Gutkind schreef hij: ‘Het woord Gods is voor mij niet meer dan de uidrukking en het product van menselijke zwakheden. De Bijbel is een verzameling eerbiedwaardige, maar niettemin primitieve legendes, die behoorlijk kinderlijk zijn.’ Het openingsbod voor deze brief , die op 8 oktober via het internet zou worden geveild, was drie miljoen dollar. De Vrije Gedachte was niet van plan mee te bieden. Veel duidelijker is overigens de brief die Einstein enkele maanden later, op 24 maart schreef: ‘Het was natuurlijk een leugen wat u over mijn religieuze opvattingen gelezen hebt, een leugen die systematische wordt herhaald. Ik geloof niet in een persoonlijke God Als er bij mij iets is dat men religieus mag noemen is het een grenzeloze bewondering voor de structuur van de wereld, voor zover onze wetenschap die kan blootleggen.’ Enstein was dus echt godvrij.