Voorwoord
Volgens de filosoof Karl Popper leidt de afwezigheid van elke vorm van beperkende controle tot grote beperkingen. Want daardoor krijgt “de bul- lebak de vrijheid de goedzak aan zich te onderwerpen”. Deze paradox van de vrijheid zien we terug in sommige landen waar bullebakken alle vrijheid hebben gekregen met soms afgrijselijke gevolgen, zoals nu in Brazilië. Diegenen die willen dat de samenleving nu weer opengaat moeten maar even tot zich laten doordringen wat het beleid van president Bolsonaro teweegbrengt.
Onze overheid beschouwt iedereen die zich niet houdt aan de corona-maatregelen als strafbaar, behalve dan kerkgangers. Deze status aparte wekt wrevel bij iedereen die wel de noodzaak inziet van corona-maatregelen en liever actief het virus probeert te bestrijden dan zich te schikken naar het lot, ons door God toebedeeld. Onze redacteur Maarten Gorter toont aan, dat de vrijheid van gods- dienst opvoeren als reden om kerken niet op te nemen in de corona-wet, geen ander motief kan hebben dan politieke onwil.
Verder in dit nummer een suggestie van Harry Ansems voor een betere onderbouwing van mensenrechten dan een religieuze, en kritiek van Floris van de Berg op de oprukkende wokecultuur. Een cultuur die mijns inziens wordt bedreigd door de paradox van de tolerantie. Deze stelt dat on- beperkte tolerantie leidt tot het verdwijnen van tolerantie. Ongelimiteerd tolerant zijn, ook tegen de intoleranten, is het failliet van de tolerante mens. Aangezien de wokemensen steeds intoleranter worden, is het zaak deze ontwikkeling scherp in de gaten te houden en waar nodig te bekritiseren. Eindigend met wederom Popper: uit naam van de tolerantie moeten we het recht opeisen de intolerante medemens niet te tolereren.
Sicco Polders - hoofdredacteur
