
In de Volkskrant van 20 maart betogen Anne-Mei The en Hans Wansink dat het gesprek over de angst voor de dood tot een particulier gesprek is geworden, terwijl het een sociaal en cultureel probleem is. Oftewel: de laatste fase van het leven gaat ons allemaal aan. Zij suggereren in hun artikel dat een zelfgekozen levenseinde rechtsreeks voortvloeit uit de angst voor de dood. Wanneer echter op basis van dit uitgangspunt een maatschappelijke en politieke discussie gevoerd gaat worden, blijven velen – net als nu – in de kou staan. De verbreding van de discussie die The en Wansink voorstaan, leidt de aandacht af van waar het bij zelfbeschikking om draait: het autonome individu bepaalt zelf hoe het leven geleefd wordt en uiteindelijk ook hoe het leven zijn einde vindt. Zelfbeschikking kan inhouden dat iemand zonder ingrijpen voortleeft tot het lichaam het begeeft. Maar zelfbeschikking kan ook inhouden dat men dat moment niet afwacht en eerder uitstapt. The en Wansink doen het voorkomen alsof die wens tot eerder uitstappen niets anders is dan een vlucht voor angst. Angst voor de naderende dood, angst voor lijden, angst om de omgeving tot last te zijn. Ongetwijfeld worden mensen met dit soort angsten geconfronteerd maar we moeten ver weg blijven van de vooronderstelling dat een zelfgekozen levenseinde een laf of angstvallig genomen besluit is. Het tegendeel is het geval. Natuurlijk staan wij ook achter kwaliteitsverbetering van de zorg, zoals The en Wansink voorstellen. Maar we vinden het wrang en tendentieus wanneer doelbewust de zelfgekozen dood in een negatief daglicht komt te staan. Onder meer met de niet onderbouwde stelling, dat “het hele vertoog van de zelfbeschikking het zicht belemmert op de maatschappelijke context van die heel reële angst voor straks”. Een stelling die The en Wansink delen met de SP. Wat ze eigenlijk zeggen is dat je een individu bent totdat de laatste levensfase begint. Kennelijk ben je vanaf dat moment – als je 60 bent? Als je 70 bent? Als je naar het verpleegtehuis moet? – niet langer een individu dat zelf bepaalt tot waar en wanneer. Wat wij Wansink en The en ook de SP verwijten, is dat zij de discussie over het zelfbeschikkingsrecht uit de weg gaan en geheel inzetten op kwaliteitsverbetering in de zorg. Ze gaan eraan voorbij dat zelfs wanneer die zorg het niveau heeft bereikt dat we wenselijk vinden voor een humane samenleving, er mensen zijn die de gang naar dat moderne topkwaliteitsverpleegtehuis niet willen maken. Deze mensen hebben diverse redenen: zij vinden hun leven voltooid, zij zien zich geconfronteerd met naderende dementie en willen het verlies van hun persoonlijke waardigheid en zelfbewustzijn niet afwachten, of zij lijden aan het leven. En dat hoeven dus bepaald niet alleen maar 70-plussers te zijn. The en Wansink reduceren een maatschappelijk vraagstuk tot individuele stress van verzorgenden en particuliere ellende van bewoners met medicijnen als surrogaatoplossing. Zij brengen het zelfbeschikkingsrecht terug tot het recht om te lijden. En omdat de omgeving daar ook last van heeft, mag dat autonome individu niet langer zelf beslissen. Hoe bevoogdend kun je zijn? Voor deze individuen en hun recht op zelfbeschikking beijveren wij als Stichting De Einder voor het schrappen van artikel 294 lid 2 uit het Wetboek van Strafrecht dat hulp bij zelfdoding strafbaar stelt. Wij streven naar een samenleving waarin het zelfbeschikkingsrecht van het autonome individu erkend en gerespecteerd wordt. In plaats van betutteling kiezen Stichting De Einder en de met de stichting samenwerkende counselors voor een heel andere benadering. Ervaren en deskundige counselors staan hulpvragers op een non-directieve wijze bij in de laatste levensfase. Zij stellen de hulpvrager in staat op een humane en waardige manier de zelfgekozen dood te verwerkelijken. De counselor verstrekt informatie, geeft voorlichting, betrekt waar mogelijk de directe omgeving en de dierbare naasten van de cliënt in het proces dat uiteindelijk zal leiden tot een zelfgekozen levenseinde. Als Stichting De Einder dragen wij zorg voor een opleidingstraject voor counselors waar kwaliteitsborging centraal staat. Wij kennen een klachtenregeling onder extern onafhankelijk voorzitterschap. Wij gaan professioneel en zorgvuldig om met de hulpvraag. Maar bovenal nemen wij de individuele mens serieus. En laten we vooral niet vergeten dat het verkrijgen van een recht niemand verplicht tot consumptie van dat recht. Enno Nuy is voorzitter van stichting De Einder.