Zoo heeft Jahwe een leugengeest gelegd in den mond van al uw profeten en Jahwe heeft kwaad over u besloten.

Ex. 20:13. Gij zult niet dooden.

 

Ex. 32:27. (Toen alle Levieten zich om Mozes verzameld hadden) zeide hij tot hen: zoo zegt Jahwe Israëls God: Elk uwer hange zijn zwaard aan zijne heup. Gaat het leger door van de eene poort tot de andere, heen en terug en doode ieder, zijn broeder, vriend en naaste.

Ex. 20:17. Gij zult niet begeeren uws naasten vrouw.

 

Lev. 20:10. Als iemand overspel bedrijft met de vrouw van zijn naaste, dan zullen zij, en de overspeler en de overspeelster zeker ter dood gebracht worden.

Hosea 3:1. Toen zeide Jahwe lot Hosea: Ga, neem eene overspelige vrouw met kinderen in overspel verwekt.

 

Ex. 20:4. Gij zult u geen beeld maken, geen gedaante van iets, dat aan den hemel daarboven of op de aarde hierbeneden of in het water onder de aarde is.

Ex. 25:18. En Jahwe zeide tot Mozes: Maak ook twee Cherubs van goud, van gedreven werk moet gij ze maken aan de beide einden van het deksel.

Ps. 92:13. De rechtschapene gedijt als de palm, groeit als de ceder op de Libanon.

 

Jes. 57:1. De rechtschapene kwam om zonder dat iemand het ter harte nam. De vromen werden weggerukt, zonder dat iemand er op lette.

 

Spreuken 12:21. Geenerlei onheil wedervaart den rechtschapene, maar de boozen zijn vol rampspoed.

 

Pred. 17:2. Eenerlei wedervaart den brave en den booze.

 

Pred. 7:16. Er zijn braven die met al hun braafheid omkomen en slechten die met al hun slechtheid lang leven.