37

de afstammingsleer verklaarden. Vele anderen behandelden hetzelfde onderwerp in populaire geschriften, zooals Dub, Seidlitz, Ludwig Büchner, later ook Carus Sterne, en in Italië de bekwame zoöloog Canestrini te Padua.

In het begin van '70 waagde ik het als privaatdocent in Zürich eveneens openlijk de afstammingsleer aan de hoogeschool en aan het polytechnicum te leeraren, onder hatelijke tegenkanting van den eenen en dankbaren bijval aan den anderen kant. 1) Sedert is het Darwinisme aan de polytechnische school alhier reeds eens door een protestantsch geestelijke op sympathieke wijze tot onderwerp van een voorlezing gemaakt.

Zonder zich aan overdrijving schuldig te maken, kan men gerust zeggen, dat de afstammingsleer sedert 1870 aan alle Duitsche academies haar openlijke aanhangers vindt. Voor de onderzoekers, die zich met de studie van levende en doode organismen bezig houden, is het vraagstuk der afstamming geen vraag meer — men twist er niet meer over, en ieder, die nog verder over de vraag: afstamming of een wonderschepping in den zin van Mozes? zou willen strijden, zou op een congres van natuuronderzoekers als een levend fossiel uit den Keuper-tijd*) aangegaapt en met medelijdend gelach als een "dier ter experimentatie" den hypnotiseur aanbevolen worden. De overwinning der afstammingsleer is volkomen.

Ja, de Fransche academie, het geleerdste maar ook het meest behoudende lichaam van Frankrijk, dat langen tijd tegen Darwin gekant was, is eveneens een aanhanger van de afstammingsleer geworden. Darwin heeft het nog beleefd, dat hij tot eerelid van dat lichaam benoemd werd.

Hetzelfde geldt van de Berlijnsche academie, die in haar president Dubois-Reymond een der eerste belijders van het Darwinismus in het veld zond. Verder is de afstammingsleer aangenomen door de Petersburgsche academie van wetenschappen, door de Beiersche en de Oostenrijksche academie, dus in landen met sterk ontwikkelden kerkelijken zin; eveneens verklaarden de Italiaan-

 

1) Zie: "Dodel, die neuere Schöpfungsgeschichte," Leipzig bei Brochhaus 1875.

 

*) Geologisch tijdvak, ruim 200 miljoen jaar geleden. (noot RvE)