35

Het werk van Darwin verscheen op een morgen in den herfst van '59; op den avond van den zelfden dag was het uitverkocht. Oplaag na oplaag verscheen en het werd in alle talen der beschaafde wereld vertaald. Zijn leer van de afstamming van alle dier- en plantensoorten, waarvan men tot nu toe algemeen had aangenomen dat zij eeuwig onveranderlijk waren, die revolutionnaire leer sloeg als een bliksemschicht in het kamp der natuur-onderzoekers, waar nog vele oude heeren als soldaten der kerk den zoeten slaap des geloofs sliepen. Het was inderdaad een geestelijk onweder, dat thans tot uitbarsting kwam, en zich van daar over de geheele beschaafde wereld verspreidde, terwijl het hier en daar onder storm en hagel den bodem schoonveegde.

Met behulp van duizenden en nog eens duizenden feiten leverde Darwin het bewijs, dat de hoogere organismen van de lagere afstammen, dat alle levende wezens, planten, dieren en menschen, uit de eenvoudigste organismen moeten ontstaan zijn en dat zij zich in den loop van millioenen jaren gestadig en zeer langzaam (allen onder den invloed van de wet van den strijd om het bestaan) tot hoogere trappen van bewerktuiging, tot meer "volkomen" wezens ontwikkeld hebben.

Die leer is, zooals ik in de derde voordracht zal aantoonen, zoo eenvoudig en zoo helder, dat ik overtuigd ben, dat het een gemakkelijke taak moet zijn haar elken middelmatigen schooljongen van 14 jaar verstaanbaar te maken. Maar de kerk en haar bewindvoerders, met hun talrijke vrienden voeren tegen de afstamming hier dezelfde oppositie, als indertijd tegen de wereldberoerende gedachte van het copernicaansche stelsel.

Met het jaar 1859 begon een strijd, zooals de beschavingsgeschiedenis der menschheid sedert de dagen der hervorming niet gezien had.

Onder de toen levende natuuronderzoekers bevonden zich — zooals ik reeds opmerkte — nog tamelijk veel oude heeren, wier wereldbeschouwing (als zij er zoo iets op na hielden) nog op Mozes steunde en die aan de schepping door wonderen geloofden. Die geleerden maakten dadelijk tegen Darwin front. Daarentegen waren er velen, die zijn werk met ijver bestudeerden, om de ge-