9

tijd verder na te denken over het treurig lot van zijn Israëlietische stamgenooten in Egypte, uit welk land hij dikwijls berichten ontving, waaruit hij begreep, dat de toestand niet alleen niet beter geworden was, maar het lijden en de onderdrukking zelfs toenamen.

Gedurende dien langen tijd rijpte bij Mozes het plan het Joodsche volk in den naam van den god van Abraham, Izaak en Jacob, uit Egypte te voeren. Met zijn broeder Aaron keerde hij naar Egypte terug, waar sedert geruimen tijd een andere koning regeerde. Mozes was toen 80 jaar oud. Met behulp van allerlei goocheltoeren en wonderen, die de Egyptische priesters maar ten deele konden nadoen, gelukte het den beiden broeders den Egyptischen koning schrik aan te jagen en hem zoover te brengen, dat hij het Joodsche volk liet heengaan. Wie kent niet al die bekoorlijke verhalen en wondergeschiedenissen die voor, tijdens en na de uittocht uit Egypte ontstaan zijn, en den arbeid van Mozes als een volmaakt heldendicht verheerlijken ?

Inderdaad is de geschiedenis van de bevrijding van Israël uit de Egyptische slavernij een Oostersch heldendicht, versierd met al het bijwerk van een poëtisch scheppende fantazie, dat wij, die niet alles gelooven, wat zij met rozige vingers in het boek der overleveringen neergeschreven heeft, nu nog met genoegen lezen.

Ondertusschen moet nu onze belangstelling niet gericht zijn op den uitwendigen vorm van de wonderverhalen, naar aanleiding van de uittocht uit het Nijldal en het verblijf in de woestijn, maar op de geniale wetgeving van Mozes en in het bijzonder op de beteekenis van Mozes als schrijver, als verhaler der scheppingsgeschiedenis,

Van Mozes is de Joodsche wetgeving afkomstig en de vijf boeken, die zijn naam dragen (de Pentateuch) zijn de roem van Israël, al heeft het wetenschappelijk onderzoek en de kritiek der geleerde bijbelverklaarders ook het geloof aan de echtheid dier boeken aan het wankelen gebracht. Reeds honderd jaar geleden ontbrandde onder de theologen een lange, ten deele zeer hartstochtelijke strijd, die nu nog niet als geëindigd te