73

hetgeen zij wenschten, dat zij tegen hun wil en tegen hun genoegen bewijzen voor die afstamming vonden. Tengevolge van een dergelijk zoeken is reeds menige Saulus tot Paulus geworden.

Voor ik er toe overga, u uit den overvloed van stof eenige der meest treffende bewijzen voor de waarheidvan de afstammingsleer mede te deelen, moet ik u eerst op enkele nog zeer verbreide dwalingen opmerkzaam maken; velen, waaronder zeer beschaafde personen, zijn de verkeerde meening toegedaan, dat Darwin's leer van de natuurlijke teeltkeus identiek is met de afstammingsleer in het algemeen, en dat om die reden, wanneer de theorie der teeltkeus viel, ook de afstammingsleer overwonnen zou zijn.

Dat is een groote dwaling! De waarheid is, dat de afstammingsleer reeds voor Darwin bestond, al was het ook zonder algemeen erkend te zijn, en dat de afstammingsleer een zelfstandig geheel vormt, die nooit uit de wereld verdwijnen kan, zelfs al werd Darwin's leer der natuurlijke teeltkeus duizendmaal als een dwaling afgewezen en door iets beters vervangen.

Men treft heden nog vele oppervlakkige menschen aan, die zich met godzalige genoegdoening in de gladde handen wrijven, als zij hooren, dat hier en daar een onderzoeker de meening is toegedaan, dat de leer der teeltkeus in den strijd om het bestaan niet toereikend is om de afstammingsleer volkomen bevredigend te verklaren. Die goede luiden roepen dan in ijdele verrukking en brooddronkenheid uit: "de Heer zij gedankt! nu loopt het met het Darwinisme op zijn eind en komt de bijbel weer tot zijn recht!"

Dat is evenwel een dwaze vreugde, en toch — hoeveel malen heeft het orthodoxe christendom zich daarin niet verheugd, sedert den dag, toen Darwin's boek zich regelrecht tegenover Mozes plaatste! Hoeveel wederleggingen van het Darwinisme zijn er in de laatste dertig jaar in boek- en brochurevorm uitgekomen — alle met hetzelfde gevolg! Zij vermochten niets tegen de afstammingsleer en zullen in alle eeuwigheid ook niets tegen die leer vermogen kunnen, omdat het lot van die waarheid geenszins met het lot der teeltkeustheorie verbonden is,