82

ling ontstond er voortdurend samentrekking van de koeler geworden schors. Volgens gemakkelijk te begrijpen natuurkundige wetten ontstond hier en daar vast land, dat zich boven de zee verhief.

Daarmee begon de kringloop van het water, dat gestadige proces, hetwelk sedert millioenen van jaren voortdurende veranderingen, zooals ten deele nog plaats vinden, in den vorm onzer aardkorst veroorzaakte. De geologie (aardkunde) is de wetenschap, die ons een beeld van de ontwikkelingsgeschiedenis der aardkorst schetst, en als zoodanig een stevigen grondslag voor het gebouw der afstammingsleer uitmaakt. Zij toont aan, welke gesteenten van vulkanischen oorsprong en welke steenen het verharde slik van zout en van zoet water zijn; zij toont aan, hoe de neerslag uit den dampkring langzamerhand deelen van dat vaste land in zee gespoeld, hoe zij bergen afgeknaagd en bergen tot gruis gemaakt heeft, hoe er op éénzelfde plaats der oppervlakte nu eens vastland, dan weer zee was; zij toont aan welke steensoorten in de verschillende tijden gevormd, en hoe die steensoorten op natuurlijke wijze op elkaar gehoopt of dikwijls ook verschoven zijn geworden.

Bij de voortdurende werkzaamheid van het water vervulde het fijne slik de rol van modelleur; overblijfselen van planten en dieren werden nu en dan in het fijne slik begraven en bij het hardworden in sierlijke afdrukken als versteeningen voor latere tijden bewaard. Die versteeningen van dieren- en plantenoverblijfselen geven ons berichten aangaande de organismen, die in oude tijden, toen geen mensch nog zijn voeten op de velden zette, onze aarde bevolkten.

Het is nog betrekkelijk kort geleden, dat men begonnen is die versteeningen te verzamelen en onderling en met de nog levende planten en dieren te vergelijken. Een nieuwe wetenschap, de Palaeontologie (leer der versteeningen) ontstond er, die met lichte en toch zekere hand grootsche tafereelen van de ondergegane planten- en dierenwereld uit voorhistorische tijden ontwerpt.

Letterlijk is het waar geworden:

Waar menschen zwegen — omdat er toen geen menschen leefden — waar menschen geen geschiedenis neer-