43

zelfs een kosmopolitisch karakter gekregen, — met één woord: de heele "voorname" wereld was bij Darwins dood Darwinistisch geworden.

Het kan geen kwaad heden ten dage aan een en ander te herinneren, nu stokebranden van kapelanen en protestantsche dompers een groot geschreeuw aanheffen, omdat de wetenschappelijke waarheid eindelijk ook eens aan het volk, het "gemeene" volk onderwezen zou worden.

Wat beteekenen toch die feiten?

Ik vermeen dat de gebeurtenissen bij Darwins dood en begrafenis een niet te miskennen openbaring van den vooruitgang der meerderheid zijn. De natuurwetenschap is een wereldmacht geworden, van welker kracht en zegen zelfs de predikers in de St. Paulus getuigen en de steenen muren van den Westminster weerklinken moeten.

De menschheid kan op den duur geen weerstand bieden aan de macht der waarheid! Dat is een troost — een groote troost! En veel belovend voor de toekomst!

Wat vermogen daartegen al de vloeken van het Vatikaan over de nieuwere natuurwetenschap, wat vermag tegen zulk een wereldmacht de onwetende dwaling en de van woede brieschende dweepzucht van protestantsche dompers en zoogenaamde Evangelischen? De ontwikkeling schrijdt met ijzeren schreden voorwaarts. En daarover willen wij ons verheugen.

Ondertusschen stonden er zoowel in Amerika als later, in Duitschland, wakkere geestelijken op, die zich de moeite getroostten de afstammingsleer te bestudeeren, en ter goeder trouw naar een uitweg zochten, om de goede vrienden van het godsdienstig denken en leven uit den theologischen doolhof der ontkenning naar de heuvels van den wetenschappelijken zonneschijn te voeren. Twee der voornaamste van die vrienden des lichts zal ik hier vermelden: de Amerikaansche kanselredenaar M.J. Savage*), die een paar jaar geleden een merkwaardig, ja we kunnen gerust zeggen een prachtig boek: "de godsdienst in het licht van Darwins leer" uitgaf; en de Duitsche theoloog dr. R. Schramm, domprediker in Bremen,

 

*) Savage, Minot Judson, 1841-1918, schreef "The religion of evolution" (1876). (Noot RvE)