137

school bekende verdichtsels als onaantastbare waarheid opgedischt heeft, ofschoon de onderwijzers sedert 20—30 jaar zeer goed weten konden, hoe het met die waarheden gesteld was? — zal het niet juist van de zijde der leerlingen, die wegens hun verstand den leeraar het liefst waren, eens uitgesproken worden: "kom, blijf me met de bewering van een vooruitgang in het schoolwezen van het lijf — onderwijzers en schoolboeken staan nog in de middeneeuwen — hun zout is echter bitter geworden!" Wee hem, die liegt! — Wie zich aan de waarheidsliefde der jeugd vergrijpt, wordt door diezelfde jeugd — als zij volwassen is — met verachting op het gezicht geslagen.

De leugen loopt op den langen duur steeds op het tegenovergestelde van zijn doel uit.

En nu ten slotte een liefelijk beeld!

Tengevolge van mijn voordrachten, die in de kringen van arbeiders en burgers zoo vriendelijk en met sympathie opgenomen werden, ontstond er alom in den lande een hoogst komische Dodeljacht, waarbij de dompers van het Bernerland zelfs de stokebranden van de ultra-montaansche fractie der eerwaardige abdij van St. Gallen in niet-sierlijkheid van strijden overtroffen. Ondertusschen werd ook de ijver der vooruitgangs-gezinde protestantsche geestelijkheid wakker, en op Zondag den 17n Maart 1889 werden door de "Verein für freies Christenthum" allen, die nader bekend wilden worden met het "Darwinisme en socialisme, in het licht der christelijke wereldbeschouwing" tot een voordracht uitgenoodigd. Het volk stroomde in menigte toe, zoodat er ook hier weer plaatsgebrek was. In een fraaie rede toonde de spreker: Dr. K. Furrer, predikant van de St. Pieter in Zürich, aan, hoe de "Verein für freies Christenthum", waartoe een groot aantal protestantsche geestelijken behooren, den moed bezat zich ten opzichte van de beide groote vragen van den dag, het Darwinisme en het Socialisme, te gedragen. Allen, die het genoegen hadden die voordracht te hooren, kunnen zonder voorbehoud verklaren, dat de gehouden rede den spreker als een wakker en dapper man doet kennen. De geleerde Palestina-reiziger en Oosterschen onderzoeker toonde aan, dat de scheppingsgeschiedenis van Mozes