124

dat het onmogelijk is uit "doode" stoffen, levend plasma te vormen. Men vrage aan de hedendaagsche chemici, physici en physiologen, of de wetenschap rede heeft er aan te twijfelen, eens uit "doode" stoffen levend plasma te zien ontstaan.

Wij zijn nog pas in het begin van het natuuronderzoek en hebben er nauwelijks een voorgevoel van, wat de volgende eeuw aan wetenschappelijke ontdekking brengen zal.

Wij naderen het slot van onze beschouwing. In het kort zullen wij het worden van den mensch gedenken.

Ongetwijfeld is de natuurlijke teeltkeus in den strijd om het bestaan ook bij de ontwikkeling van ons eigen geslacht als voornaamste factor werkzaam geweest evenals bij het ontstaan uit dierlijke voorvaderen. Maar toen was het niet een teeltkeus in den zin van een begunstiging van lichaamskracht, maar een uitlezing in de richting van intellectueele en zedelijke ontwikkeling. De tijdgenooten van den primitieven mensch, die nog half dier, half god was, waren verscheurende dieren en machtige monsters, waarmede hij een zwaren strijd te voeren had; maar de mensch behaalde de overwinning dank zijne ontwikkeling van het verstand en der sociale neigingen en deugden. Het ruwe geweld en de lichaamskrachten moesten meer en meer voor het verstand wijken. Het egoisme — die oorspronkelijke drijfkracht tot behoud van het individu, de eigenliefde van den eenling — werd meer en meer door de neiging tot bevordering van het geheel, tot behoud van gezin of stam, beteugeld en binnen zekere perken gehouden. In de plaats van het overmachtige dierlijke egoismus trad meer en meer het altruismus, de zorg voor anderen op.

Zoo staan wij heden ten dage nog midden in de ontwikkeling van het menschelijk geslacht. In de kennis van ons verleden vinden wij de gegevens voor de toekomst. De ruwe strijd om het bestaan neemt meer en meer den vorm van een edelen wedijver in de verdere ontwikkeling van verstand en menschelijkheid aan. En waar het tegenovergestelde schijnt plaats te vinden, waar lompe kracht en ruw geweld als hoogste drijfveeren in het werk gesteld worden, vinden wij de be-