75

achtige aantijgingen zouden onmogelijk zijn, wanneer ieder aan het natuurlijke feit gedachtig was: natura non facit saltum*) — de natuur doet geen sprongen.

Een zorgvuldige, eeuwenlange kweeking is er noodig geweest, voordat uit den houtappel met zijn ongenietbare vruchten de honderden eetbare appelsoorten afgeleid waren, voordat uit het stampaard al de verschillende rassen, uit de wilde duif alle duivenrassen, uit de wilde kool al de verschillende koolsoorten ontstonden. De natuur heeft millioenen jaren besteed voor de vorming van den mensch; die lange tijd was noodig, voor zich uit een harigen en van een staart voorzienen viervoeter, aan de eene zij het menschelijk geslacht, aan de andere de verschillende menschachtige aapsoorten ontwikkeld hadden.

Planten en dieren veranderen en veredelen zich uiterst langzaam, van geslacht op geslacht zoo onmerkbaar, dat de op elkaar volgende vormen ons bijna onveranderd toeschijnen: dat weten de tuinlieden en fokkers nog beter dan de professoren.

In de vrije natuur is die verandering om licht te begrijpen gronden nog veel langzamer dan daar, waar dieren en planten onder geheel veranderde omstandigheden door den mensch verpleegd worden. Duizenden jaren verloopen er voor hier en daar uit een wilde plant of diervorm een nieuw wild ras of verscheidenheid ontstaat, en millioenen van jaren gaan er op aarde voorbij voordat er uit een diersoort een andere diersoort ontstaat. De natuur vormt slechts in lange, onafzienbare tijdperken nieuwe vormen uit de oude. Zij heeft den tijd, ja beschikt over de eeuwigheid: millioenen jaren zijn voor haar, wat voor ons een dag is.

Wat is daartegenover het korte leven van een mensch, die, als hij het zoover brengt, zijn leeftijd tot tachtig rekt! Zijn wij niet vliegen van één dag? Onze levensduur is inderdaad te kort, om als maatstaf voor de gebeurtenissen en verschijnselen in de natuur te dienen. De wetenschap heeft het ons evenwel mogelijk gemaakt, den korten levenstijd voor het denkende verstand te vergrooten, achterwaarts te verlengen, doordien wij aan de hand der nasporing diep in de mijnen van het verleden

 

*) Beter is: natura non facit saltus, want saltus is meervoud. (noot RvE)