126
gaat. Verstandige staatslieden zijn reeds gaan inzien, dat het intellect der burgers de kostbaarste schat van een staat vormt en dat het allen burgers ten goede komt wanneer elk uitstekend talent — onverschillig of het in de armste hut of in het rijkste paleis is geboren,— door opvoeding en onderwijs tot volkomen ontwikkeling gebracht wordt. Hoe grooter de keuze, des te zekerder de uitslag, des te sneller de vooruitgang in de richting van het betere, het volmaakte.
Wie dat inziet — en het is waarlijk niet moeielijk in te zien, wat ieder ervaren tuinman en rationeele fokker sinds onheugelijke tijden tot richtsnoer bij zijn werken genomen heeft — wie dat inziet, kan nimmer willen, dat het grootste deel van het arbeidende volk van het recht verstoken zou blijven, om zijn knappe zoons te laten studeeren, omdat het daartoe aan middelen ontbreekt; wie dat beginsel der teeltkeus goed begrepen heeft, zal dadelijk tot het besluit komen: alle zorgvuldigheid bij opvoeding en opleiding, alle scholen zonder onderscheid en alle leermiddelen ter bevordering van de ontwikkeling der ontkiemende talenten — behooren aan de door de natuur (niet door geboorte!) meest begunstigden zonder aanzien van stand en geslacht.
Dat hebben de gezaghebbende opvoedingslichamen van het kanton Zürich reeds voor lange jaren — nog ten tijde van den genialen opvoedkundige Sieber — goed ingezien, toen zij ruime toelagen aan arme of onvermogende talentvolle scholieren verzekerden. Zoo heeft de staat Zürich in het jaar 1888 niet minder dan 29000 frank voor toelagen aan talentvolle leerlingen van de kweekschool voor onderwijzers te Küsnacht uitbetaald. Dat is zeker niet de uiting van een aristokratische politiek, maar de aanwending van Darwin's beginsel der teeltkeus op de demokratische staatshuishouding van een volk; dat is het uitvloeisel van de overtuiging, dat de vooruitgang des te overvloediger en zekerder is, naarmate het contingent waaruit de hoofdarbeiders gerekruteerd worden, grooter is.
Nog is in die richting niet alles bereikt, waar tot heil van het geheel naar gestreefd moet worden. De meeste geneesheeren en rechtsgeleerden worden heden nog