47

geen lijdzaamheid uitoefenen, zich voor kinderen Gods .uitgeven en al de praktijken van Belial handhaven. Zij plegen zich uit te geven voor menschen die den goddelijken wil kennen en daarvan alleen onderricht zijn, en daarbij hebben zij alleen het oog op verheerlijking van hun eigen, o zoo bekrompen ik. En net zoo doen zij met de "vrijheid." Vrij zijn beteekent bij dezelfde heiligen: het recht te hebben, de anderen te vervolgen, te pijnigen en te martelen, de anderen — hun menschelijke broeders en zusters — te onderdrukken en uit te werpen. Ja, ja, dat is "religie" en "vrijheid" naar het hart der . . . egoisten!

Anch'io sono pittore!*) — ook wij hebben religie! — Hoe? Een natuuronderzoeker uit de school van Darwin zou ook religie hebben? Wat beteekent religie?

Oorspronkelijk beduidt "religie" zooveel als "band" en wij verstaan daaronder de erkenning, dat wij van de buitenwereld, de menschen, de natuur en het heelal afhankelijk zijn, dat wij niet volstrekt vrij zijn, maar met het geheel door den band der natuurlijke betrekkingen verbonden zijn. Dat bewustzijn van de afhankelijkheid van hetgeen buiten ons is en de daaruit ontstane wijze van denken ten opzichte van anderen, is naar onze opvatting religie.

Er bestaan zeer ruwe religieuse voorstellingen: ik herinner aan het geloof aan heksen, duivels en geesten bij de christelijke belijders, aan het denkbeeld dat een ongedoopt gestorven kind eeuwig verdoemd is, aan de kleingeestige voorstelling dat andere menschen, die niet juist zoo denken als wij, in den poel der hel terecht moeten komen.

Wij noemen de religie der heidenen ruw, omdat die brokken hout, misgeboorten en dieren aanbidden. De christenen noemen de religie van Mohamed zinnelijk, omdat hij zijn geloovigen hiernamaals een heerlijk toegerusten harem in het vooruitzicht stelt; de joden zeggen dat de christelijke religie dwaalt, omdat Jezus de Nazarener niet de rechte Messias geweest is, en omgekeerd betichten de christenen op hun beurt de joodsche religie van valschheid, omdat zij hun eigen Messias aan

 

*) Ook ik ben schilder, uitspraak van (toegeschreven aan) Correggio bij het zien van een werk van Rafaël. (Noot RvE)