38

sche geleerde genootschappen — natuurlijk met uitzondering van het college der kardinalen in het Vaticaan — zich voor de afstamming. Dat bijna al de Engelsche geleerde genootschappen Darwin tot eerelid benoemden, zal ieder licht begrijpen, die den hooghartigen, werkelijk adellijken zin der Engelsche geleerde wereld kent.

Die verandering werd, zooals men reeds opmerkte, binnen twintig jaar tijds volbracht.

Anders verhield zich de zaak onder de mannen der kerk, die zich reeds in het begin dadelijk, bijna zonder uitzondering, tegen de afstammingsleer kantten.

Er ging onder de kudde der geestelijke herders één kreet van verontrusting op.

"Wat? De natuuronderzoekers zouden het in allen ernst wagen, de afstamming van de menschen van het dier te leeren? Wat? Het menschelijk geslacht — ons eigen goddelijk geslacht — zou uit lagere wezens, ja uit aapachtige voorouders ontsproten zijn?

Toen ontstond er een groot geschreeuw in de christenwereld en grepen Zions wachters naar lans en schild, om de Darwinisten "in naam des Heeren" neer te vellen. De kerk begon haar veldtocht tegen de natuuronderzoekers; een stortvloed van strijdschriften verscheen.

De strijd was evenwel — dat moet openlijk erkend worden — een zeer ongelijke; de wapens kwamen evenmin met elkaar overeen, als plaats zou vinden, wanneer heden ten dage de kinderen Israels onder hun ouden Josua het beleg wilden slaan voor de vesting Straatsburg en haar bezetting door het loeiend geluid van de "ramsbazuine" tot de overgaaf dwingen. (Zie Jos. 6.)

De natuuronderzoekers stonden en streden op den bodem der onbetwistbare feiten en van het gezonde menschenverstand; zij brachten slechts wetenschappelijk beproefde waarheden in het veld, talrijke waarnemingen uit het rijk der levende natuur, die op eenmaal zelve een taal bekomen hadden, de taal der ervaring en van de wetenschappelijke proefneming, verdedigingswapenen,: die in den regel aan theologen onbekend zijn.

De strijdlustige theologen daarentegen streden bijna uitsluitend met de stomp geworden wapens van geloof.