58
zooals ik hier duidelijk voor jong en oud, met vette letter laat drukken:
1. Op de hoogeschool wordt de natuurwetenschappelijke waarheid der afstammingsleer, worden de eeuwige wetten der natuur als het hoogste goed geleerd.
2. In de volksschool echter, die evenals de hoogeschool door denzelfden staat opgericht en door denzelfden staat onderhouden wordt, in de volksschool wordt de vijf en dertig honderd jaar oude mythe van het Mozaïsche scheppingsverhaal, wordt de opmerkelijke dwaling, wordt het tegenovergestelde van hetgeen wetenschap en natuur leeren als waarheid verkondigd.
Dat is een ongehoorde, een onzedelijke, een onhoudbare toestand.
Er bestaan geen tweeërlei waarheden, waarvan de eene goed is voor de hoogeschool, de andere voor de lagere.
Er is slechts ééne waarheid en die waarheid is goed voor allen.
De natuur, het heelal, heeft geen afzonderlijke wetten voor de wijzen dezer wereld, voor de voorname arbeiders in de werkplaatsen der wetenschap, voor de professoren en de studenten der hoogeschool.
De natuur, het heelal, heeft geen afzonderlijke wetten voor het kind uit het volk, voor het gewone verstand van den arbeidenden en zorgenden burger.
Er bestaat niet een afzonderlijke waarheid voor de voornamen dezer wereld en een andere voor de armen en verachten.
Onze aarde wentelt eiken dag om haar as en loopt in een jaar tijds om de zon; wij allen, arm en rijk, nederig en voornaam, geleerde en leek, wij allen wentelen met haar mede, en Copernikus heeft die waarheid niet nagelaten met het doel, dat zij alleen aan de hoogeschool onderwezen zoude worden, terwijl op de lagere school het tegenovergestelde als "openbaring" zou gelden.