14

melijke verwarring. Hebreeuwsche taal- en schriftgeleerden hebben zich ijverig met die tegenstrijdigheid beziggehouden en eenigen van hen zijn tot de overtuiging gekomen, dat het le vers van den bijbel niet in den door Mozes gebezigden vorm tot ons gekomen, maar door een fout bij het overschrijven verminkt is geworden. Het woord dat door "hemel" vertaald is, luidt nl. in den hebreeuwschen tekst haschamajim, terwijl het woord "water" in het scheppingsbericht van Mozes hamajim luidt. Door één fout bij het afschrijven zou uit het oorspronkelijk juiste woord hamajim van het eerste vers het sedert eeuwen nauwkeurig nageschreven woord haschamajim ontstaan zijn.

Mozes zou dan indertijd geschreven hebben: In den beginne schiep God het water en de aarde.

Laat ons nu tot den derden dag overgaan!

Vers 9—13.

En God zeide: Dat de wateren van onder den hemel in eene plaats vergaderd worden, en dat het droge gezien worde! En het was alzoo.

En God noemde het droge aarde, en de vergadering der wateren noemde hij zeeën; en God zag dat het goed was.

En God zeide: dat de aarde uitschiete grasscheutjes, kruid zaadzaaiende, vruchtbaar geboomte dragende vrucht naar zijnen aard, welks zaad daarin zij op de aarde! En het was alzoo.

En de aarde bracht voort grasscheutjes, kruid zaadzaaiende naar zijnen aard, en vruchtdragend geboomte, welks zaad daarin was naar zijnen aard. En God zag dat het goed was.

Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de derde dag.

De schepping van de plantenwereld, voordat er een zon aan den hemel stond, is een natuurlijke onmogelijkheid. Nog grooter de onmogelijkheid van het behoud van een groene plantenwereld — zonder zon — gedurende een lang tijdsverloop, zooals de rationeele (?) bijbelverklaarders voor elken scheppingsdag willen aannemen.