104

leriana dioïca) De opmerkzame beschouwer ontdekt bij die planten niet zelden, dat er in de mannelijke bloemen behalve de goed ontwikkelde meeldraden ook een rudimentair vruchtbeginsel is en dat er in de vrouwelijke bloemen behalve de normaal ontwikkelde vruchtbeginsels ook rudimentaire meeldraden voorhanden zijn. De rudimentaire organen zouden op zichzelf reeds bewijzen.dat die planten met eenslachtige bloemen van tweeslachtige afstammen. Hierbij komt nog, dat zich niet zelden tweeslachtige bloemen in plaats van de eenslachtige vertoonen; in werkelijkheid zijn dit dan atavistische verschijnselen, gevallen van terugkeer tot den stamvorm.

Bij vele gekleurde bloemen zijn de bloemblaadjes onregelmatig gevormd en hebben dan dikwijls een honig spoor. Nu en dan treft men planten aan, die in plaats van de onregelmatige bloem met boven en onderlip volkomen regelmatige bloemen vormen, waarna dan elk gekleurd bloemblaadje op dezelfde wijze ontwikkeld is als de andere bloemblaadjes. Dergelijke vormingen worden waargenomen bij het gele leeuwenbekje (Linaria vulgaris), bij eenige soorten van knaapjeskruid, en bij vele andere planten.

De onregelmatige vorm van de bloesem keert dus nu en dan tot den regelmatigen vorm der stamouders terug.

Van het grootste belang zijn echter de feiten van de progressieve of voortgaande overerving. Haar kenmerk is: dat ook individueele kenteekenen, d.w.z. pas verworven kenteekenen en eigenschappen van jongen datum door de nakomelingen overgeërfd kunnen worden.*)

Zooals bekend is kan een mensch met gezonde oogen door groote en aanhoudende inspanning van het gezichtsofgaan bijziende worden. Als voorbeeld diene het volgende: een 15jarige jongen met normale oogen, die plotseling van den veldarbeid in een "secundar schule" geplaatst werd, waarin de leerling met allerlei werk overladen werd, werd in het korte tijdperk van April tot September 1859 sterk bijziend. Dat organisch gebrek is volgens mijne overtuiging een gevolg van een zondige schoolpraktijk; het is een angstwekkend bijna algemeen verschijnsel geworden — en dat uitsluitend door

 

*) Een verouderde theorie. (Noot RvE)